Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


"Veertien minuten over half negen!" zeide John Sulivan, met een stem, waarin zekere ontroering hoorbaar was. Nog één minuut, en de weddenschap was gewonnen. Andrew Stuart en zijn collega's speelden niet meer. Zij hadden de kaarten neergelegd. Op de veertigste seconde niets. Op de vijftigste seconde nog niets!

Ziedaar de uitkomsten, waartoe de voornaamste vertegenwoordigers der anthropologische school: Mannhardt, Bastian, Tylor, Andrew Lang in deze materie geraakten.

Het is wel merkwaardig juist uit den mond van Andrew Lang, den Engelschen biograaf van de Maid of France, de verzuchting te hooren, dat wanneer Jeanne in handen was gekomen van Philips van Bourgondië, zij waarschijnlijk toch wel verbrand zou zijn, maar de Bourgondiër zou in zijn zucht naar wraak niet zoo diep gezonken zijn en zou haar niet zoo laaghartig behandeld hebben als de hertog van Bedford en de graaf van Warwick gedaan hebben.

Op het oogenblik dat de klok der groote zaal vijf minuten vóor half negen aanwees, stond Andrew Stuart op en zeide: "Mijne heeren, binnen twintig minuten zal de termijn, tusschen Phileas Fogg en ons bepaald, verstreken zijn." "Wanneer is de laatste trein uit Liverpool aangekomen?" vroeg Thomas Flanagan.

"Dat was zij voorheen" ... zeide Phileas Fogg half luid; "u moet coupeeren, mijnheer," ging hij voort, de kaarten aan Thomas Flanagan toeschuivende. Het gesprek werd gedurende den robber niet vervolgd. Maar al spoedig verbrak Andrew Stuart de stilte door te zeggen: "Hoe, voorheen? Is de wereld misschien kleiner geworden?" "Zonder twijfel," hernam Gauthier Ralph.

Weder werden 12,500 pond weggegooid en bovendien liet die Fogg het geraamte van het schip en de machine aan den verkooper, terwijl deze juist de geheele waarde van het schip uitmaakten. Maar daartegenover stond, dat de diefstal aan de bank vijf en vijftig duizend pond sterling bedroeg. Toen Andrew Speedy het geld had opgestoken, zeide Fogg: "Wat gij ziet, mijnheer, verwondere u niet.

"Beste Stuart," zeide Fallentin, "bedaar toch. Het is geen ernst." "Als ik zeg: ik wed," zeide Andrew Stuart, "dan meen ik het ook." "Goed," zeide Fogg. Toen, zich tot zijn collega's wendende, ging hij voort: "Ik heb twintig duizend pond bij de gebroeders Baring staan. Ik heb ze er gaarne voor over...." "Twintig duizend pond!" riep John Sullivan.

Dit waren Phileas Fogg's gewone medespelers in het whistspel: de ingenieur Andrew Stuart, de bankiers John Sullivan en Samuel Fallentin, de brouwer Thomas Flanagan en Gauthier Ralph, een van de directeuren der engelsche bank, allen rijke en aanzienlijke personen, zelfs in die club, onder wier leden men de voornaamste industrieele en financieele beroemdheden telde. "Wel!

"Ten zeven uur drie en twintig minuten," antwoordde Gauthier Ralph, "en de volgende trein komt eerst tien minuten over twaalven aan." "Welnu, mijne heeren," hernam Andrew Stuart, "zoo Phileas Fogg met den trein van zeven uur drie en twintig was aangekomen, zou hij reeds hier zijn. Wij kunnen de weddenschap dus als gewonnen beschouwen."

De bedoelde brieven waren een van den gewezen amerikaanschen gezant in Duitschland en voorzitter der amerikaansche delegatie ter eerste Vredesconferentie, Andrew D. White, met een gelukwensch aan het Friesch Genootschap voor wat dit deed voor het onderzoek der middeleeuwsche en nieuwe geschiedenis.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek