Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Ook Sam dronk een koddig-onsamenhangenden toost op de vrindschap, en André begon, een beetje dronken, op Edward te toosten die zoo'n fideele, joviale vent gebleven was, een verduiveld leuke kerel, waar hij nog wel 's meer mee uit wou, waarachtig!.... "en dan naar de meisjes ook, wat jij, zeg! Edward?" En zijn toost eindigde in een dol-uitgeschaterd: "Leve de meisjes! daar gaan ze,.... allemaal!"

"Zij is eene jufvrouw Visscher niet waar, en gij hebt haar te Duinendaal leeren kennen? Dat was een romaneske geschiedenis, die val van u. Er zijn weinig jonge heeren die niet gaarne tot dien prijs in kennis zouden komen met een aardig meisje." "Die val van mij?" vroeg André, voor de eerste reis blozend om een accident, dat een huisgenoot op Belvedere van hem gemaakt had.

Toen ze dat merkte lette ze niet meer op André, maar deed al maar haar best Bernard's blikken aan zich te trekken, door lichaamswendingen en lachjes. Eindelijk kwam het slotfiguur, de grand' chaine.

Het lag voor de hand om te meenen dat de herinnering aan Reinier hierbij in het spel was, en André den ouden Visscher met welgevallen denken deed aan hetgeen zijn eigen zoon, indien hij ware blijven leven, op dit oogenblik geweest zou zijn en gedaan zou hebben. Doch twee jongelieden van denzelfden leeftijd konden niet minder op elkander gelijken, geen twee karakters verder uiteenloopen.

André en zijn gastheer waren goede wandelaars, met een geopend oog voor de bekoorlijkheden van het landschap, en goede schutters, gevoelig voor de poëzie van hun bedrijf. =Wild= is een woord van slechts één syllabe, maar dat in eene maatschappij, zoo tam als de onze, veel zegt.

Op onzen doortocht, wendden de werklieden het hoofd om ten einde ons te groeten. Nu en dan bleef mijn oom stilstaan om de oudsten onder de arbeiders toe te spreken. "Wel! vader André," zeide hij: "zijn de druiven goed rijp, zal de wijn van het jaar goed zijn?"

Zoo dacht André, wanneer hij zich niet in het gezelschap van zijnen oom bevond. Doch had het toeval ons tot getuigen gemaakt van zijn onderhoud met den oud-minister, wij zouden van het onafhankelijke dier gevoelens weinig bij hem bespeurd hebben. De oud-minister mogt vooroordeelen hebben en niet volkomen meer op de hoogte van alle nieuwtjes zijn, hij was een man wiens tegenwoordigheid imponeerde.

Maar André heeft zijn jasje al uitgetrokken, zijn broek, zijn hemd: hij staat stel u gerust! op een zwart onderbroekje na, zoo als God hem schiep en deed groeien. Neen ... zoo staat hij niet. André heeft veel aan zichzelven gewerkt. Of liever verwerken laten. André staat ... niet als een mensch, maar als een kunstvoorwerp. Want André is geheel en al getatoueerd!

Emma en André drentelden de kleine plaats op en neder; de twee oude heeren zaten een sigaar te rooken onder de verandah; mevrouw schonk thee in de benedentuinkamer, wier openstaande glazen deuren haar des zomers met de verandah één geheel deden uitmaken.

"Bitterder dan... Maar ook welk eene dwaasheid, dat wij ons vleiden met de hoop, André voor ons te zullen zien worden wat Reinier geweest is!" "Wat deert u, Lidewyde? Wat is er gebeurd?" vroeg André, schichtig oprijzend uit den slaap. "Gij vergist u, het is nog lang geen dag. Waarom loopt gij zoo driftig op en neder? Kom hier, gij zult ziek worden."

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek