United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij greep, zonder daarin verhinderd te worden, in Habulams zak en haalde er het peperhuis uit. Welnu, Habulam, zeide ik, wie heeft gelijk? Gij, Effendi, stamelde hij. Maar, bij Allah! ik weet niet hoe dit peperhuis in mijn zak gekomen is. Dat moet de een of ander gedaan hebben om mij in het verderf te storten. Zoudt gij mij willen verplichten dat te gelooven?

Ja, antwoorde de kleermaker op bedeesden toon. En hoeveel tijd hebt gij daarvoor noodig? Twee of drie uren. O Allah! Wij zullen dus, voor uw geknoei, tot van avond moeten wachten? Dat gaat niet, zooveel tijd kunnen wij u niet geven. Zoolang zal het niet duren, want ik zelf zal hem er bij helpen, zei ik.

Hij wilde in zijn toorn zeggen, dat de kleermaker, dat onkruid, uitgeroeid moest worden en het ons, zoodra Allah het wilde, gelukken zou. Daar, waar de veerschuit, dat wil zeggen de praam, op den rechter oever was geland, stond de oude veerman met zijn drie helpers.

Dat was, als in alle dorpen, een droevig vervallen gebouwtje. De mohammedaansche Kaschmirees bekommert zich minder om Allah dan om de plaatselijke heiligen en gaat in hoofdzaak liever naar de ziarats dan naar de moskeeën. Ik vond geen andere gelegenheid om te zitten dan de draagbaar, die alle dooden uit den omtrek grafwaarts brengt.

Na de ramp van Krakatau keerde zich de bevolking van Bantam en de Lampongs tot Toean Allah, en verootmoedigde zich voor den Almachtige. Priesters en Hadjies maanden de bevolking aan tot getrouwe opvolging van den Koran.

De beide handen toch waren afgekapt en de stompen bloedden verschrikkelijk. Een dief, zeide Aroesi koel; men gaat hem de armen in kokende teer doopen om het bloed te stelpen. Zou de kerel daar nog van opkomen? vroeg de luitenant. Misschien, antwoordde Aroesi even koel. Als Allah het wil; zoo niet, dan sterft hij.

Bij Allah, gij zijt een hoogst gevaarlijk mensch! Was ik de Shoet, gij zoudt terstond moeten sterven, maar ik ben slechts een arme kleermaker en een eerlijk man, en daarom verheugt het mij dat er ook slimme menschen zijn, die slechten in hun strikken kunnen vangen. Maar nu gij dat weet, is een zeer gevaarlijk geheim in uw bezit.

Geloofd zij Allah! Hij heeft ons geholpen." »Ja," zei Kees met een hartgrondigen zucht, »ik geloof nu ook, dat we gered zijn." »Ze zijn allen dood," vervolgde Marti. Zwijgend roeiden zij nog een tijdje verder. Toen kwam de ontspanning en voelden ze, dat ze nu van uitputting niet meer konden. »We zullen aan den volgenden hoek aanleggen, Marti, ik ben doodop."

Er was ook een Bokadschi bij hen. Ik meen dat hij Toma heet. De bode sidderde van schrik; ik vroeg echter kalm: Kent gij dien misschien? Zeer goed. Hij is, een kameraad van mij! Dan moogt ge hem wel waarschuwen, als gij hem ontmoet, want de politie zoekt dien man. Allah, w' Allah! en waarom dat?

Hij legde zijn pijp weg, wat voor een Muzelman iets buitengewoons is, sloeg de handen in elkaar en riep: O Allah, Allah, zend toch uw wrekers op aarde, opdat zij die boosdoeners, wier misdaden ten hemel schreien, door het vuur van uw toorn verdelgen! Moet ik gelooven, wat ik hoorde? Neen, 't is niet te gelooven!