Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 november 2025


Snepvangers kon niet slapen van verbeten woede. En er was niets tege te doen, zij had haar reis betaald en zou hen op de hielen volgen. Het treffelijk volk zou zich van hen afwenden en hem en zijn vrouw op den koop toe nog uitlachen. Hij zou den gids raadplegen over wat hen te doen stond. Dat gemeen wijf!

Het was een prachtig en gevaarlijk schouwspel, want de wind dreef in eene standvastige richting den ballon naar dien brandenden dampkring. Dezen hinderpaal, dien men niet had kunnen afwenden, moest men te boven komen; het gas werd met alle kracht aangevoerd en de Victoria kwam op 6000 voet hoogte, tusschen zich en den vulkaan een afstand van meer dan 300 vaam latende.

Als wij maar eerst aan boord van het schip waren, zouden wij, als wij den slag, waar het mede bedreigd werd, niet konden afwenden, alles doen wat in ons vermogen stond en de omstandigheden ons zouden veroorloven.

Nu zullen wij niet ruw ingrijpen in de zeden en gewoonten van ons land; ons kindvolk zal zijn glans en schittering hebben. De vrijwording der vrouw is onvermijdelijk; zij komt; alleen kunnen wij hare komst niet bespoedigen. Wij kunnen het noodlot niet afwenden; het komt; maar daarna onvermijdelijk de zegepraal! Wij zullen het niet meer beleven, maar wat doet het er toe?

Bij ruw weder was ik vaak wat zeeziek, en dan placht hij bij mij te komen en op klagenden toon te zeggen: "Arme, arme man!" Maar het denkbeeld, dat bij gedurende zijn leven op zee gekregen had van iemand die zeeziek is, was al te kluchtig; en meestal moest hij het gezicht afwenden om een stil of luid gelach te onderdrukken, en eerst daarna zijn uitroep: "Arme, arme man!" te herhalen.

Vereenzelviging met de godheid komt vaak voor, ook in het Nieuwe Testament. In den brief aan de Galaten, II, 20 verklaart de apostel "niet ik meer leef, maar Christus leeft in mij". En zeer sterk komt dit uit in de zg. Daar toch zegt de dichter in VII, 3 van Christus: "Hij nam mijn wezen aan, opdat ik Hem zou begrijpen, en mijn gestalte, opdat ik mij niet van Hem zou afwenden."

Het gevoel van eenzaamheid neemt toe; daarmee gaat gepaard een zich afwenden van de wereld, een toon van religieuse resignatie. Er is ook hier een merkwaardige analogie met de ontwikkeling van Ibsen's gedachtengang, nadat hij in Et Dukkehjem en Gengangerne met de publieke opinie slaags was geweest.

Het eerste voorwerp dat hij zag was de deurknop. Deze ronde gepolijste koperen knop glinsterde voor zijn oogen als een onheilspellende ster. Hij aanschouwde hem, gelijk een lam het oog eens tijgers zou aanschouwen. Zijn oogen konden er zich niet van afwenden. Nu en dan deed hij een schrede en naderde de deur.

Zij aanschouwde dat fraaie rosé kleed, dat glad gestreken haar, en dacht: Hoe gelukkig moet deze pop zijn! Haar oogen konden zich van deze betooverende kraam niet afwenden. Hoe meer zij staarde, hoe meer zij werd verbijsterd. Zij meende den hemel te zien. Achter de groote stonden andere poppen, die haar feeën en geniën schenen.

Ik begreep dat zij tot de tanden toe geharnast in den strijd was gegaan; zij was koel, scherp en hoog in haar antwoord; maar in de stem, die onverschillig en schertsend wilde zijn, trilde eene ontroering, die zij door het afwenden van het gelaat trachtte te ontveinzen. "Om de waarheid te zeggen, Francis! ik sla volstrekt geen geloof aan uw blauwtje.

Woord Van De Dag

schoolgebouw

Anderen Op Zoek