United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De friesche geslachtsnamen Swama en Zwama, die ik anders niet te verklaren weet, houd ik voor afgesletene formen van Swaanma, Swanama, anders gezeid: Swaans zoon. De geslachtsnaam Bot, Both kan zoo wel de vischnaam wezen, als de oud-germaansche, nog heden by de Friesen in volle gebruik zijnde mansvóórnaam Botto. Botte, als vrouenaam Botje.

Iets beters komt er altijd te voorschijn, wanneer het afgesletene vervaltzeide hij; en als zijn oom eens recht in zijn nopjes was, dan vertelde hij van de jaren zijner jeugd en verder op tot in den krachtigsten tijd van zijn vader, toen Walliserland, zooals hij zich uitdrukte, nog een dichtgemaakte zak was, vol zieke menschen, beklagenswaardige kroplijders; «maar de Fransche soldaten kwamen hier, zij waren de beste geneesheeren, zij sloegen de ziekte terstond dood, en de menschen sloegen zij ook dood.

Wanneer wij de taal, in hare zuivere, nog weinig afgesletene, bewerktuiging, zoo als ze in de oudste stukken der 13de eeuw voorkomt, zullen hebben gadegeslagen, de waardij harer eenvoudige letterteekenen zullen hebben vastgesteld, hare regelmatige verbuigingen toegelicht, hare eigenaardige woordvoeging nagegaan, en ook haar prosodisch deel, allitteratie en rijm, beschouwd zullen hebben, dan zal het de taak dezer historische grammatica worden, om de verandering, het verloop, de afslijting van dat alles, de vermenging met vreemde bestanddeelen, zoo als die van lieverlede zijn ontstaan en toegenomen, in de taaloorkonden van latere tijden aan te wijzen, en tot in de nog bestaande dialecten op den voet te volgen.

Dit is de eenige verklaring, die ik geven kan van dezen zeer byzonderen naam. Een andere naam, die my eveneens raadselachtig is, maar die weêr bepaald een metronymikaal voorkomen heeft, is Witvrouwen. De afgesletene formen Witvrouwe, Witvrouw en Wittevrouw komen ook voor. Moeten wy by deze »witte vrou" aan eene non, eene witte nunne denken?

En wijl deze namen ten deele ook veelvuldig onder ons als mansvóórnamen in gebruik zijn, zoo komen zy ook als vadersnamen voor, en wel tevens in allerlei afgesletene formen. Als voorbeelden voer ik slechts de geslachtsnamen aan die van een paar dezer namen, van Lucas en Stephanus, afkomstig zijn.

Zij kon met een aandacht kijken naar de kale plekjes op het tapijt en het een beetje afgesletene van de stoelen hier en daar, om dat iemant ze door ze herhaaldelijk te betreden kaal had gemaakt en iemant ze moest hebben versleten. Zoo zat zij 's avonds te droomen in haar zwarte japon zonder garneersel. Als de avond óm was ging zij met Jozef naar boven.

Eene zeer talryke groep van geslachtsnamen wordt door die vadersnamen geformd, by welken het achtervoegsel zoon, ook in zyne verschillende afgesletene formen, volkomen verloren is gegaan, zoo dat slechts een mansvóórnaam in den tweeden naamval is overgebleven. Zulke zeer eenvoudige namen zijn b. v. Bartels, Bastiaans, Commers . Het grootste deel dezer namen eischt geenen naderen uitleg.

Luurtsema eindelik en Luursema zijn met de geslachtsnamen Luurts, Luurs, Luirs, Lührs en Luyrink afgeleid van twee verschillende, maar na-verwante oud-germaansche mansvóórnamen. Te weten: van Luithart, Ludehart en van Luiter, Luther, Lothar of Liudheri, waar Luurt en Luur afgesletene en samengetrokkene formen van zijn.

Het zal blijken, dat, hoewel, even als in al de andere nieuwere talen van Germaanschen oorsprong, de verbuigingsvormen veelzijdig zijn afgesleten, en als het ware onmerkbaar geworden, daarvan evenwel in ons Landfriesch meer is overgebleven, dan bij eene oppervlakkige beschouwing welligt door menig een wordt verondersteld . Dan zal het bewezen worden waarheid te zijn, dat, zoo men het nog onder ons levend Friesch ontledigen kon van al deszelfs Hollandsche inmengselen, het overblijvende gedeelte, ondanks alle afslijting, die er heeft plaats gehad, onmiskenbaar nog die zelfde taal is, in welke de Friezen in de 13de eeuw hunne kernachtige wetten hebben te boek gesteld, en dat het daarin, voor het misschien nog veel meer afgesletene Hollandsch, waarin toch wel ieder de taal van STOKE en MAERLANT ontdekken zal, geenszins behoeft onder te doen, en dus ook evenmin, als dat Hollandsch, den naam van patois verdient.