Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Vurig draafden de strijdrossen voort met opgeheven kop en opengesperde neusgaten. 't Was, of zij trotsch waren op den last, dien zij droegen. Hoe heerlijk scheen de zon, en wat ademde de natuur allerwege rust en vrede. Maar helaas, onder de menschen woedde de oorlog. De Hoeksche en Kabeljauwsche twisten waren in vollen gang en brachten alom moord, brand en plundering.
Marius voelde een hinderpaal: de reinheid van Cosette; en Cosette voelde een steun: de edelheid van Marius. De eerste kus was ook de laatste geweest. Sedert was Marius niet verder gegaan dan zacht met zijn lippen de hand, het halsdoekje of een haarlok van Cosette aan te raken. Cosette was voor hem een geur, geen vrouw. Hij ademde haar. Zij weigerde niets, hij vroeg niets.
Zij droeg een zwart damasten kleed, een mantille van dezelfde stof en een wit krippen hoed. Haar witte handschoenen toonden de fijnheid harer hand, die met den chineeschen ivoren steel van een parasol speelde; haar zijden laarsje verried de kleinheid van haar voet. Haar geheel toilet ademde een jeugdigen geur, die den voorbijganger als doordrong. De man was dezelfde gebleven.
Zij ademde wat snel achter den doorschijnenden wiek van den waaier, pratende met den generaal, mager en kaal, gedistingueerd, niet in uniform, maar bestard met een paar decoraties. De gasten van Mevrouw Hoze liepen door elkaâr, begroeteden elkander hier en daar, in een voortdurend gonzen van stemgeluid.
Langzaam en voorzichtig opende hij de oogleden op een kier. Helder licht. Blauwe hemel. Wolken. Toen opende Johannes de oogen wagenwijd en zeide: 'Is het dan toch waar? Ja, hij lag midden in het duin. Vroolijke zonneschijn verwarmde hem, frissche morgenlucht ademde hij in, een fijne nevel omgaf de bosschen in 't verschiet.
't Was zijn schuld niet, zoo hij niet verder kwam; hij kon niet meer doen, zijn geweten was voldaan, de Voorzienigheid had het aldus beschikt. Hij voelde zich verlicht. Hij ademde ruimer en uit volle borst, voor de eerste maal sedert Javert's bezoek. Het scheen hem toe, dat de ijzeren vuist, die sinds twintig uren zijn hart had dichtgeknepen, losliet.
En toen zij den docter vaarwel hadden gezegd en beloofd spoedig weer te komen, leidde hij Johannes rond in alle hoeken der groote stad, hij toonde hem, hoe het groote monster leefde, hoe het ademde en zich voedde, hoe het in zich-zelve verteerde en uit zich-zelve weer opgroeide.
Roerloos en schuw staarde Johannes in de diepliggende oogen, die strak op hem gericht waren. Zij waren zeer ernstig en donker, doch niet wreed, niet vijandig. Na eenige oogenblikken ademde hij weer vrijer en klopte zijn hart minder hevig.
Toen hij den jager zag was hij verwonderd en vroeg: »wat zoekt ge hier boven op den berg?« »De jager antwoordde: »ik kom je bestrijden!« Toen sprak de draak: »zoo menig dapper ridder heeft hier het leven moeten laten, met jou zal ik ook gauw hebben afgerekend,« en hij ademde vuur uit zeven muilen.
De stervende sprak eenige afgebroken woorden uit; de doctor naderde, de ademhaling van den zieke werd belemmerd, hij hijgde naar lucht. De gordijnen werden geheel geopend en hij ademde met wellust de koeltjes van den helderen nacht in; de sterren wierpen haar flikkerend licht op hem, en de maan omgaf hem met hare blanke stralen. "Mijne vrienden," zeide hij met zwakke stem, "ik sterf!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek