Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Hij is in die kleeding aan boord gekomen, toen de brik al onder zeil was, en ik achtte het plicht geen oogenblik te vertragen, omdat ik wist hoe dringend de vloot om versch vleesch verlegen was." "Wat beteekent dat, meneer Rustig?" zei de admiraal; "daar steekt zeker iets achter. Kom even beneden alsjeblieft."

"Ik wist, dat hij mij niet zou hebben durven beleedigen; want hij moest de ontdekkingen vreezen, die ik in staat was te doen. Hij ontving mij echter met nog meer vrijmoedige kalmte dan ik mogelijk achtte: ja hij was zoo gemeenzaam, als ware er niets tusschen ons voorgevallen.

Ofschoon in dien tijd het gouvernement zich nog niet veel met de zaken van het binnenland bemoeide, wist Kees toch wel, dat de Dajaks hem misschien zouden ontzien, als ze in hem een dienaar van de »Kompenie" zagen. »Wat wil de Kompenie hier dan?" vroegen de Dajaks nog steeds wantrouwig. Kees achtte het niet raadzaam, iets van zijn eigenlijk plan te laten blijken.

Zijn geluk was intusschen zoo groot, dat ook deze zijn schuldbekentenis het niet verder verstoorde, dan dat zij er een nieuwe schaduw aan verleende. Zij had hem zijn zonden vergeven; maar sedert achtte hij zich harer nog meer onwaardig, hij boog zich in zedelijk opzicht voor haar nog dieper en schatte zijn overdiend geluk slechts nog hooger.

Na deze zware beleediging achtte de prins het niet geraden, mede aan boord van des konings schip te gaan; hij vergenoegde zich met eene eerbiedige buiging en nam zóó aan den oever afscheid van den koning. Waarschijnlijk was dit zijn behoud.

~Kwakzalvers.~ Een zoogenaamde Alchymist beweerde het geheim te hebben uitgevonden om goud te maken en vroeg een belooning aan Paus Leo X, die een voorstander was der kunsten. De Paus toonde zich geneigd om aan zijn verlangen gehoor te geven en de kwakzalver achtte zijn fortuin reeds gemaakt.

Waren zij hier, dan zou ik hun spoor zien; ook zou mijn hengst hen verraden door te snuiven ofschoon ik hen al lang zou gezien hebben, want mijn oogen zijn sedert vele jaren aan het doorspieden der bosschen gewend. Hij was, voor zich, overtuigd dat ik binnen het uur een lijk zou zijn en het ergerde hem dat ik mijn vijanden zoo gering achtte. Ik herhaal, zeide hij, gij zijt niet te helpen.

Een buurman, die medelijden met mij had, kwam mij dit vertellen en voor zoover ik Mondragon kende, achtte ik het raadzaam om de gegeven waarschuwing niet in den wind te slaan. Ik was zeer bevreesd en durfde mijn woning niet uit, zoo bang was ik, dien duivel te zullen ontmoeten en ik stelde mij steeds voor, dat ik hem hoorde binnen komen.

Zijn regiment was hem lief en hij was daarin ook bemind; en meer dan dat, men achtte hem en was trotsch op hem, te meer, daar men wist, dat hij, door zijn buitengewonen rijkdom, zijn uitstekende, zorgvuldige opvoeding en beschaving zich den weg tot de hoogste maatschappelijke eereplaatsen zag geopend, maar dat hij dat alles klein achtte en met zijn hart slechts aan zijn regiment en zijn kameraden hing.

Men achtte hem voorloopig voldoende bekwaamd in het wapenbedrijf, en hij toog huiswaarts. Onderweg, van de kazerne naar zijne woning, kwam hij reeds vagelijk en uitsluitend innerlijk met mij, zijn burgerlijk-zelf, in aanraking. Ik was verbaasd over de verandering, die in hem had plaatsgegrepen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek