Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Zij bleven nu niet meer in het ruim, maar besloegen het geheele schip, overal zag men groepjes menschen bij elkaar zitten. Dikwijls werden we aangekeken, als wilden zij vragen wat die vreemdelingen wel bij hen zochten. Bijna ongemerkt vernauwt zich het Ladoga-meer, totdat het eindelijk eene rivier is geworden, de Newa.
Ik ben Luigi Ferrato, de zoon van den visscher van Rovigno, die ten gevolge van uw laaghartig verraad naar het bagno van Stein gezonden werd, waar hij ellendig gestorven is!" Carpena had voor een oogenblik het hoofd opgeheven en den spreker schuw aangekeken. Toorn deed een blos naar zijn hoofd schieten en schenen zijn oogen met bloed beloopen.
"Nu heeft hij nieuwe kracht opgedaan." Gedurende dit intermezzo had Bora meer dan eens den Czaar aangekeken, als smeekend om diens tusschenkomst. Maar de Keizer zat onbewegelijk als een beeld, en deed of hij de zwijgende vraag niet verstond. Hij wilde dit zoo zorgvuldig ineengezet plan, om de Prinses uit den weg te ruimen, niet zoo gemakkelijk laten varen.
Die woorden: "als Dorus", deden haar in den geest de groote, bruine, zwaarmoedige oogen van Dorus zien, die haar menigmaal zoo verstandig en innig hadden aangekeken. Zij herinnerde zich op eens dien balavond: ze had met echt vrouwelijk instinct destijds dadelijk begrepen, waarom hij zoo overhaast haar woning had verlaten.
Terwijl ik mijn maal besluit, nieuwsgierig aangekeken door het kind van den huize, dat met de beide handen op den rug vóór mij bleef staan met wijd geopende oogen, zijn er nog een paar liefhebbers van de bruine soep binnen gekomen en jagen de vogels weg, die puffend van de hitte, een schuilplaats zijn komen zoeken onder de wankele tafeltjes.
Don Quichot week echter niet terug, maar nam het vreeselijk dier kalm en bedaard op en wenschte zelfs, dat het dadelijk van den wagen springen en den kamp met hem beginnen mocht. Na echter het landschap en zijn uitdager eene poos bedaard te hebben aangekeken, schudde de leeuw langzaam zijn kop en draaide zich om, Don Quichot den rug toekeerend.
Toen ging de man voor den troon staan en vroeg: "Och, vrouw, ben je nu koningin?" "Ja," zei de vrouw, "nu ben ik koningin!" Toen stond de man zijne vrouw maar aan te kijken, en toen hij haar eene heele poos aangekeken had, zei hij: "Och, vrouw, wat lijkt dat mooi, dat jij koningin bent! Mooier kan het niet. Nu willen we ons ook niets meer wenschen."
Boven den breed-getrokken mond stonden dan de glinsterende oogjes en tuurden fel en loenzend neer op Paul, die vermeed hem aan te zien, omdat hij 't pijnlijk vond, dat gezicht als van een clown die grijnst en scheel kijkt tegen 't publiek ook verbeeldde hij zich dat de oude heer 't zelf onaangenaam vond aangekeken te worden, want hij knipte dan snel met z'n oogen.... Er was ook iets vreemds met die oogen, maar je kon zoo gauw niet zien wat het eigenlijk was....
"Toen ik den weg was opgegaan, kwam zij achter mij aan en ik bleef staan en zag naar haar, want zij had een kleinen jongen aan de hand; den kwast kon ik niet zien, omdat die op haar rug hing." "Ik kan 't mij zoo verbeelden," zei ik, "gij hebt haar zeker wonderlijk aangekeken?"
Zij keek eens even naar het heerlijke hapje, dat straks in Hedwig's mond moest verdwijnen; toen zag ze snel weer voor zich, want Hedwig had haar lachend aangekeken. Daar schoof ze haar bord naar Clärchen toe. "Hier, neem jij dit nog maar." "Neen, neen, Hedwig." "Ja, ja, Clärchen. Kom, eet maar gauw op; ik zie aan je neus dat je er trek in hebt." "Ja maar ... jij dan niet?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek