Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


En toch zal ik het u dadelijk bewijzen, door u te zeggen dat uw Mohammed ver beneden onzen Christus, den Zoon van God, staat en knielen moet om dien te aanbidden. Zou een Muzelman zoo iets zeggen? Neen, nooit! Want gij hebt ons geloof aangetast, maar daarmede bewezen dat gij een Christen, een Frank zijt. Misschien zijt gij het wel die Manach el Barsha in den arm heeft geschoten!

De Koningen van het Oosten hadden de weggevoerden in den regel niet met hardheid behandeld. Zij waren niet gedwongen geworden, de zeden van hun vaderland tegen de zeden van het land te verruilen, of de vreemde Goden te aanbidden. Ja! verscheidene kundige Joden waren door de veroveraars zelfs in staatsdienst genomen en tot hooge betrekkingen benoemd.

"Ja, dat zul je toch wel!" begon Jo weer; "je zult er je na een poosje mee verzoenen, en een lief knap meisje vinden, dat je zult aanbidden, en die een mooie châtelaine voor je mooi huis zal zijn. Dat zou ik toch niet wezen; ik ben alledaagsch en onhandig, en raar en oud, en je zou je maar over mij schamen, en wij zouden kibbelen.

De erkenning van de waarheid, dat het godsbegrip moet beantwoorden aan de beperkingen van het menschelijk verstand, dat het denkbeeld dat de mensch van God heeft verschillend moet zijn naar gelang van de kracht van zijn verstand, naar den aard zijner aandoeningen, naar de diepte van zijn inzicht, de erkenning van deze waarheid maakt het voor alle menschen mogelijk, God te aanbidden, want ieder mensch, hetzij onwetend of geleerd, ontvangt dan van de goddelijke kennis juist zooveel als hij in staat is op te nemen in hoofd en hart.

Eenparig getuigen zij, dat hij te Bethlehem in Judea moest geboren worden. Daarom raad ik u: Gaat naar Bethlehem en zoekt naarstiglijk totdat gij hem vindt. En als gij hem gevonden hebt, komt dan weder, opdat ook ik moge gaan en hem aanbidden. Gaat in vrede en niemand zal u overlast aandoen. Dit gezegd hebbende liet de Koning hen alleen.

De glinsterende stoeten Der starren wijken róndom, eindloos-diep; ’t Was, of de stilte plechtig tot mij riep: „Bid! op de starren rusten Godes voeten!”.... Ik weet, ik weet niet, wie de wereld schiep, Of ze is geschapen, of we aanbidden moeten, Wat wij als Leven, Ziel of God begroeten, Of eeuwig slapen zal, wat eeuwig sliep!

Dáár kruipen zy rond in de walgelyke slangenholen van heidensche onkunde, daar buigen zy het zwarte kroesharige hoofd onder het juk van eigenbelangzuchtige priesters! Dáár aanbidden zy God onder aanroeping van een valschen profeet, die een gruwel is voor de oogen des Heeren!

Twee tempels vooral waren beroemd, die van Juno of Isis en die van den Tyrischen Hercules, door de Grieken Alexicacos genoemd, dien de volken uit het Oosten op dit eiland kwamen aanbidden. Men kan in het Museum van La Valette verscheiden punische gedenkpenningen zien.

Maar hunne valsche redeneering en hunne toomelooze hoovaardigheid heeft hen op een dwaalweg gebracht. Ware hun geest Wraldas geest, dan zoude Wralda heel dom wezen, in plaats van verstandig en wijs. Want hun geest slooft zich altijd af om schoone beelden te maken, die zij naderhand aanbidden.

Ook bij de onbegrensde en dikwijls roerende liefde der Zigeuners voor hunne kinderen, moet men weder aan de zooeven genoemde woudbewoners denken. De Zigeuner-moeders troetelen hare zuigelingen zoo en houden zich zoo onophoudelijk met hen bezig, als waren deze wichtjes het eenige wat zij aanbidden.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek