Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Wederom aarzelde Aischylos een oogenblik. Gevoelde wellicht de jongere tijdgenoot van den pantheïst Xenophanes zich niet meer geheel bevredigd door het godsbegrip, van de vaderen geërfd? Hoe het zij, hij antwoordde: «Wat ik zooeven schetste, is slechts een klein gedeelte der trilogie, welke den naam van Prometheus zal voeren.
In zulk een godsbegrip bestaat er, naar ons inzien, een grond van waarheid. Hij die het goede betracht verheft zijne zedelijke ontwikkeling en maakt zich geschikter voor hoogere levens toestanden, terwijl hij, die zich aan het kwaad overgeeft, naar lagere toestanden neigt.
In tweederlei opzigten werkt aldus zijn godsbegrip gunstig voor hem, primo als drijfveer tot het goede, zooals hij dit, met het oog op de eischen van zijn lagen maatschappelijke toestand, opvat, en secundo als een drang tot het hoogere, omdat hij zich zijne goden, ofschoon, wegens zijne beperkte opvatting, naar zijn model geschoeid, als hooger geestelijk ontwikkelde wezens voorstelt.
De erkenning van de waarheid, dat het godsbegrip moet beantwoorden aan de beperkingen van het menschelijk verstand, dat het denkbeeld dat de mensch van God heeft verschillend moet zijn naar gelang van de kracht van zijn verstand, naar den aard zijner aandoeningen, naar de diepte van zijn inzicht, de erkenning van deze waarheid maakt het voor alle menschen mogelijk, God te aanbidden, want ieder mensch, hetzij onwetend of geleerd, ontvangt dan van de goddelijke kennis juist zooveel als hij in staat is op te nemen in hoofd en hart.
In een klein land, aan de Middellandsche zee gelegen, door de rivier de Jordaan doorstroomd, woonde een volk, dat zich noch door kunstzin onderscheidde, zooals de Babyloniërs, noch groote werken uitvoerde, zooals de Aegyptenaren, noch door veroveringen zich een naam maakte in de wereld. Toch was dat volk merkwaardig, omdat het een zuiverder godsbegrip had dan de andere Oostersche volken.
Ontmoeten wij hier bij de Friezen een Godsbegrip en godsdienstige denkbeelden, geheel verschillende van de mythologien bij andere volken, nog onverwachter komen ons hier zaken voor, die in het nauwste verband staan met de Grieksch-Romeinsche Mythologie en wel met de herkomst van twee godheden van den eersten rang, Minerva en Neptunus.
Zoo staat bijv. het christelijke godsbegrip hooger dan dat der Israelieten van voor 3000 jaren, doch of het hooger staat dan het werkelijke der thans bestaande Israelieten is de vraag.
Tot een noemenswaardig begrip der onsterfelijkheid der ziel is de mensch eerst op een hoogeren trap van geestelijke ontwikkeling en aldus later gekomen dan tot een godsbegrip. Eerstgemeld begrip is toch niet in zulk direct verband met zijn heden als dit laatste en de onbeschaafde mensch houdt zich zeer weinig met de toekomst op.
Of liever: het is een harmonie van twée handelingen: de eene wordt kortelijk aangeduid omstreeks het Parcenlied, maar loopt door het heele stuk. Het is de evolutie van het menschelijk Godsbegrip; te vatten tusschen deze twee uitspraken: "In vrees voor de goden Leef 't menschengeslacht!"
Dit vinden wij trouwens terug in elk gulden tijdvak der kunst. Treffende voorbeelden daarvan zijn vele voorstellingen van de maagd Maria. Bij vele daarvan is het bij den eersten blik duidelijk, dat bij het ontwerpen den maker geheel iets anders voor den geest heeft gezweefd dan een onsterfelijk godsbegrip.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek