Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Wij gingen binnen en nadat wij hadden plaats genomen op een bank, die minstens honderd dienstjaren had, zei hij: "Een goede daad wordt steeds beloond; ge hebt mij gisteren een aalmoes gegeven en dat heeft mij doen besluiten u een betrekking te verschaffen. Ik ken een ouden Dominicaner, genaamd vader Alexis, een man van veel invloed.
My niet hebbende kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat, toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam. Werkte gy? zeide ik hem. Neen. Vroeg gy om een aalmoes? Neen. Gy hebt evenwel niet gestolen?
Terwijl nu Gavroche de wassen dame, de uitstalling en de Windsor-zeep begluurde, draaiden twee knaapjes van ongelijke grootte, tamelijk goed gekleed en veel kleiner dan hij, het eene schijnbaar zeven, het andere vijf jaar oud, bedeesd de deurkruk om en traden den winkel binnen om iets te vragen, misschien een aalmoes, en wel op zulk een jammerenden toon dat het eer een smeeking dan een verzoek geleek.
Een arme, oude vrouw vroeg mij een aalmoes en ging dadelijk het ontvangen zilverstuk brengen aan brahmanen, die bezig waren te offeren bij een klein vuurtje. Van avond wordt de ontvangst gedeeld; een vierde is voor de poerohita's van Bhavan, een vierde voor die van Ganesj-Bal, een derde vierde deel voor de sadhoes, die het vaandel gedragen hebben, en het laatste voor de maliks van Bhatkote.
Zij verzocht zelfs dikwijls de arme Godelieve, die honger leed ongetwijfeld, met hen het avondmaal te nemen; maar het meisje werd telkens rood bij zulke aanbieding en weigerde, zichtbaar sidderend, alsof het gepeins van in dit huis eene aalmoes te ontvangen haar met schrik en schaamte sloeg. Nog altijd dwaalden de werklieden in de straten van Gent verhongerd en lijdend rond.
Derwisjen spreken u om een aalmoes aan, en beloven u in ruil alle zegeningen des hemels; zij zien er zeer zonderling uit, met hun door de zon verbrand gelaat, hunne puntige mutsen, hun gescheurde kleederen; met hun bedelzak op den rug, den staf in de eene, de houten nap in de andere hand.
Holstaff was nog eens naar de voorkajuit gegaan, maar had de vrouw in gesprek gevonden met den bejaarden Majoor, die haar op de best mogelijke wijze troostte, die naderhand boven kwam, en, aan de passagiers de historie mededeelende, eene kleine ondersteuning voor de arme weduw vroeg. Velen gaven met genoegen eene aalmoes.
Zij woont immers nog in de straat Tour des Dames? Weet ge, mijnheer, wij hebben samen in de buitensteden gespeeld. Ik heb deel aan haar lauweren gehad. Célimène zou mij gewis helpen, mijnheer! Elmire zou Belisarius een aalmoes geven. Maar neen, niets. Geen sou in huis! Mijne vrouw ziek, en geen sou! En mijn dochter gevaarlijk gewond, en geen sou! Mijn vrouw lijdt aan benauwdheden.
De vroegere opperpriester was in lompen gehuld en strompelde met moeite voort, leunende op een stok. De poort binnentredende en de oogen opslaande, zag hij zijn ouden leerling Darius. Vergetende waar hij zich bevond, liep hij aanstonds naar dezen toe, klaagde hem zijn nood, bad hem om zijne hulp en voorspraak, en eindigde met om eene aalmoes te smeeken.
"Maar wie bent uwes dan?" zeide ik, haar nogmaals van 't hoofd tot de voeten opnemende. "Wie moet ik aan mevrouw zeggen dat er is....?" ik was een beetje onthutst mijnheer "want zie je, als u komt om een aalmoes dan mag ik niet naar binnen gaan. Mevrouw geeft nooit aan de deur, maar althans niet bij avond en ontijden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek