Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Van dezen DOUWE AUKES zijn geene andere bedrijven of levensbijzonderheden bekend. Vermoedelijk verliet hij na den eerste Engelschen oorlog de zee en werd koopman te Amsterdam, waar hij bij den tweeden Engelschen oorlog, in 1665, in aanmerking kwam, om, wegens zijn vroeger bedrijf, de gemagtigden tot 's lands vloot als Zeeraad te dienen. Zie BRANDT, de Ruiter, 398. De Holl.

January 1665. savonts ten 9. uren, also de Maen afnam, sich weder met een straeltje liet sien, doch nu met sijn staert nae 't Westen, en dat tot uyt de tonge van den grooten Walvis. Den 3. January had hy ten half 9. op den tongh des Walvis een seer lange scherpe staert na 't Westen, recht over den schouder van den Orion, wiens Gordel-riems 3.

De eerste reize, in 1665, toen hij, tot Luitenant-Admiraal van de Maas benoemd en met het opperbevel der vloot belast, in Texel vergaderd, had moeten ondervinden, dat hem, zonder eenigen schijn van grond, dat bevel ontnomen werd en opgedragen aan De Ruyter, die wel eenige maanden vroeger tot Luitenant-Admiraal verheven was, maar bij de Admiraliteit van Amsterdam, boven welke die van de Maas den voorrang bekleedde: de tweede reis, in 1666, toen hij, tot loon van de dapperheid door hem in den zeeslag van 4 en 5 Augustus bewezen, op aandrang van De Witt uit 's Lands dienst ontslagen was.

20e ... dese avondt is de Commeet starre bij ons niet langer gesien konnen werden. Op den 2 Januari 1665 ... alhier in de Baij van Cadix ... vertoonde hem een Komeet-ster, die wij inde Straat al hadden gezien, hebbende een vierige staart naar 't Noord oosten. Den 16 ditto des morgens sagen hem weer 6 uer voor dag en die ster zijn sterdt draaide alle met teit nae het oosten dat wij sien konden.

Dieper is dan ook de indruk der tombe van Egbert Meeuwsz. Kortenaer, die den 14en Juni 1665 in een zeeslag tegen de Engelschen sneuvelde. De held der Maas, verminkt aan oog en rechterhand, En echter 't oog van 't Roer, de Vuist van 't Vaderland, De groote Kortenaer, de schrik van 's vijands vloten, De ontsluiter van de Sont, ligt in dit graf besloten, aldus luidt het grafgedicht.

Het is de 24ste November van het jaar 1665, de tweede dag van den ditmaal gevierd wordenden maaltijd. Het is dit jaar een luisterrijk festijn; veel kostbaarder dan gewoonlijk.

Het was Donderdag den 6den Augustus 1665, ongeveer zes uren, dus twee uren na hunne aankomst te Delfzijl. Het was heerlijk weder en de Augustuszon scheen zoo liefelijk op het dek, dat de beide vrienden er zich lekker in koesterden. "Dat is ander weer dan wij op zee hebben gehad, Engel," begon Pieter. "Zoo'n akeligen kouden mist, en dan men kon geen hand voor oogen zien.

Een zware mist belette hun echter de onzen te zien; daarenboven veranderde de wind ieder oogenblik, waardoor zij de Engelschen en dezen hen telkens miszeilden; en zoo kwamen zij den zesden Augustus 1665 met negentien schepen, waaronder vijf prijzen, behouden in de Eems en binnen de haven van Delfzijl aan.

Er waren ten jare 1665 velen hier te lande, wien het verwonderde, en die het De Witt afrieden met alle kracht van redeneering; die hem onder het oog brachten, hoe hij zich aan het gevaar van stormen en de kogels der vijanden blootstelde, zonder te bedenken, wat er aan hem zou verloren worden.

February 1665, bloet-root over haer gaen: Die van Spangen en Romen, Venetien en gants Italien insghelijckx: Constantinopolen en gants Turckyen, Smyrna en de Pouille, daer 't oock Bloet gereghent heeft, hebben hem mede, doch niet bleeck als hier, maer bloet-verwich ghesien: Engelant, Yrlant, Schotlant, hebben hem seer lang en breet en rootverwich gesien: In Hollandt is hy seer verwonderlijck ghesien, te weten, na den 31.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek