United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vol ontroering treedt Reinard Jansen binnen. Dáár brandt de eenvoudige olielamp dáár is de bedstee en dáár, aan het hoofdeinde, met Sultan aan zijn voeten, zit op een schamelen stoel het kleine meesterke, en op dat bleek en fijn gesneden gelaat ligt de majesteit der dienende liefde. Zonder een woord te zeggen, drukt baas Jansen de hand van het meesterke, en hij houdt ze lang en innig omklemd.

De hooge hemelruimte boven hem gaf hem een innig behagen, een bescheiden verlangen sproot in zijn hart, waar de vreugde nu waarde der schoonheid van 't bergland, dat grooter was in de groote avondstilte.

't Stemt ons zóó dankbaar, dat wij in vrede van Mama zullen gaan, in den dienst van 't Goede, dat Mama nu kent en erkent. Wij zijn thans niet meer uitgelaten in onze vreugde, als vroeger, ja, als kort geleden nog; wij zijn nu stil, innig dankbaar!

May scheen het echter volstrekt geen "toer" te vinden; zij vond zingen en ook luisteren naar zang, altijd een genot en zij stond rustig naast de zes jonge dames haar beurt af te wachten met een uitdrukking van innig welbehagen in hare blauwe oogen.

"Hij zal ook een paar fleschjes hebben, meneer Rustig; ik vond al dat hij er bleek uitzag. Let nu vooral op matige beweging, meneer Rustig, en vermijd de middagzon." "Ja, meneer," antwoordde Jack, "ik zal er om denken," en innig verblijd ging hij heen. Hij gaf Mesty last zijn goed in de boot te brengen en was spoedig met den kapitein aan wal, waar ze door den goeverneur hartelijk werden ontvangen.

De vette en vluchtige oliën komen evenals de suiker wel voor in vele deelen van planten, maar uiterst fijn verdeeld en innig met andere stoffen verbonden.

Laat ons de tranen, die vergoten werden en de afgebroken woorden die gestameld werden, terwijl de weezen elkaar lang en innig omvat hielden, heilig houden. In dat ééne oogenblik wonnen en verloren zij vader, moeder en zuster.

Hun komst werd niet met innig verlangen te gemoet gezien, hun geboorte werd met een zucht begroet en waren zij niet verschenen, niemand zou hen gemist hebben. Arme stumperdjes, wier verschijning ongewenscht was! Wat is er onderwijl van het huisgezin geworden? Wie herkent in deze door zwoegen en zorgen en ongeregelde nachtrust afgetobde vrouw, het jonge, levenslustige meisje van voor eenige jaren?

Met welsprekenden blik zag hij den koning in de oogen en zeide: »O, mijn vorst, wel ben ik niet als uw onderdaan in dit schoone land geboren, wel mag ik eerst sinds korten tijd er op roemen den machtigste aller vorsten te kennen, maar toch kan ik de, misschien misdadige gedachte niet van mij zetten, dat de goden mijn hart van mijne geboorte af, tot een innig vriendschapsverbond met u hebben voorbestemd.

Nu en dan trok hij mij wel eens bij mijn ooren en gaf hij mij soms een schop, die wat harder aankwam, dan die een vader zou gegeven hebben; maar al die kleine bestraffingen deden mij toch nooit zijn zorgen vergeten, noch zijn goede woorden of bewijzen van genegenheid een oogenblik minder waardeeren. Hij hield van mij en ik van hem. Deze scheiding deed mij dus innig leed.