United States or Albania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het spijt mij wel, goede vrienden," zeide hij, "maar het is nu waarlijk te laat, om mijne mars nog uit te pakken .... " "Och, kom!" viel men hem van verschillende kanten in de rede, "'t is nog vroeg genoeg. Wij hebben den geheelen avond nog vóór ons." "Gijlieden wel," hernam Fulco, "maar ik niet. Ik ben vreemd hier in de stad, weet-je, en ik moet nog een onderkomen zien te vinden.

Ze zeggen wel eens voor een spreekwoord, dat Hans door zijne domheid voortkomt; maar als je dan vraagt: "Wie is die Hans?" dan kennen ze hem evenmin als jij dien poëet Jacob Van Maerlant kent, weet-je! En wij houden er hier aan boord van, dat ieder zoowat zijn soort zoekt. De pluimgraaf moet geen kameraadschap maken willen met den schipper en de barbier niet met den kapitein, weet-je!

Maar zij bleef liever thuis,.... ze was zoo gauw moe, door de dikte, weet-je:.... O! 'n last, als je zoo dik bent!.... en ze moest den podding ook nog maken, om de waarheid te zeggen....; dat deed ze altijd zelf,.... dan wist ze zeker dat-ie lekker werd;.... 't ligt soms aan zoo'n kleinigheid!....

Zoo er echter één naar verdienste beloond werd, dan was het onze Ammiraal, en meer dan jammer was het, dat hij van zijne hooge waardigheid zoo weinig pleizier zou hebben. Weet-je waarom? Luister maar! Die van Duinkerken hebben altijd vele noten op hunnen zang gehad en toch zingen ze leelijk; maar in dien tijd hadden ze nog veel te vertellen.

"'T is waar ook, Jonge Kees, 't is waar ook. Maar zeg, weet-je wat ik van de Ammiraliteit van de Maze gekregen heb voor het neerhalen van de Engelsche vlag?" "Neen! Een toebacks-doos?" "Ik en drink geen toeback! Neen, vijfhonderd gulden!" "Vijfhonderd gulden? Maar, Huib, dan ben-je een rijk man! En wat zal je er meê doen?"

Weet ge nog wel hoe, den voorlaatsten avond toen ik hier was, onze wafels niet klaar kwamen en de boter, die u ervoor geleend had, diende om uien in de pan te bakken: dezen keer zullen wij niet gestoord worden. Weet-je dan, dat Barberin te Parijs is? vroeg zij. Ja. En weet je ook wat hij te Parijs is gaan doen? Neen. Het heeft betrekking op jou. Op mij? vroeg ik verschrikt.

"En hoe gaat het in Den Briel?" vroeg ik. "Goed, goed, best, opperbest zelfs! Sinds een paar weken geef ik geregeld iederen dag een stuk of drie jongens op hun falie want, weet-je, 'k heb me laten doopen! Lekker, ? Kom nog eens aan mijn lijf als je durft!"

Mathilde dacht nu na, over hetgeen Jozef in oogenblikken als deze wel voelde. Hoû-je van me? vroeg zij. Dit had zij al zoo dikwijls gevraagd. Dat weet-je wel, heel veel. Wezenlijk, heel veel? Wezenlijk, zeî Jozef, maar hij lag te lekker den zomermorgen te genieten, zoo op zijn rug, om haar voor dit gezegde in zijn armen te nemen en te zoenen, zoo als zij het had gehoopt.

En weet-je daar net op den hoek van het Lage Woudt en de Drie Stucken, dat kleine boerenhuisje staan?" "Ja, moeder, ja, daar woont het "Kregelige Mennonietje!" "Wie zegt je, daar, jongen? Het "Kregelige Mennonietje?" "Ja, moeder, dat is een jongentje van zeven jaar, die o, zoo kwarrig en kregel is. Wij plagen hem wat dikwijls en dan moest ge zijne facie eens zien.

»Je hebt gelijk, het is waarachtig of hij zijne rol opzegt voor dien andere; maar, Jan! ik waarschuw je, pas op dat je hem aan tafel niet uitlacht, en dat je hem op z'n wenken bedient, anders krijgen we er nog last van, zoo'n opgewonden standje.... Ik heb wel hooren zeggen dat er door die kunstenaars altijd een streep loopt, en die hier, weet-je, dat zoo'n bovenste beste is."