United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met een zelfvertrouwen van negen gulden, riepen de blinden luide en stout: Baas, geef ons te eten en te drinken, alles van 't beste! De weerd, die van negen gulden had hooren spreken, dacht, dat die in hunne tasschen staken en vroeg wat de gasten wenschten. Toen riepen allen tegelijk: Boonen met spek, hutspot met rundvleesch, kiekens, kalfsvleesch en hamelbout.

De dobbele peeterman liep in hunne magen gelijk een waterval van het hooggebergte. Toen de blinden hunne teilen uitgewischt hadden, vroegen zij opnieuw koekebakken, ortolanen en weer stoverije. De weerd bracht hun slechts een grooten schotel ossen-, kalfs- en schapenbeenderen, die in goede saus zwommen. Maar hij deelde niet rond.

Lamme, dapper als een leeuw, vervolgde: Hoeveel, magere tronie, hoeveel meent gij wel wat een ezel weerd is, een ezel met een fijnen mond, met lange ooren, een breede borst, met spieren als ijzer zoo sterk? Achttien gulden voor 't minst, is 't niet, armoedige baas? Hoeveel verroeste nagelen hebt gij wel, om zulk schoon beest te betalen?

Laat ons drinken! sprak Gilline, een grondeling, als gij, is den heekt wel een hap weerd. Stevenijne bracht bottels wijn op. De serjanten en de meidekens zaten samen, en dronken en zwolgen.

Ik hef, lijk Bala'am, mijn woord op, en 'k bezegen den arbeidweerden troost dien 't neerstig Vlanderen vand...! Zij 't immer God getrouw, God dankbaar, God genegen, en weerd de diere kroon die hem de vrijheid spant,

En, daar het marktdag is en er boeren in uwe ellendige afspanning zijn, ga ik ze dadelijk verkoopen. Hetgene geschiedde, want allen kende Lamme. En inderdaad, voor ezel en kar kreeg hij vier en veertig gulden en tien oortjes. Toen deed hij het goud rinkelen onder den neus van den weerd, en sprak hij: Hewel, baas is hier geld genoeg om nog iets te peuzelen? Ja, sprak de baas.

Ernstig gesproken, meende Odo, dat belangt ons, waar wonen ze nu eigenlijk die fleurige rozen? De eerste straatjongen de beste zou ze u wijzen; den Zondag in de kerk zijn al de aanzichten op boer Meulenhofs twee dochters gekeerd; en naar 't geen er van bezoekers, ver en bij, daar op 't hof komt, moet het wel de moeite weerd zijn. Ge doet me verlangen, loech Odo.

En op elken heildronk vulde Uilenspiegel het glas en ledigde de weerd het tot den bodem. Uilenspiegel sloeg hem eene wijl gade; toen stond hij recht en sprak hij: Hij slaapt, laat ons gaan, Lamme. En toen zij buiten waren, hernam hij: Hij heeft geene vrouw, die ons zal verraden.... De nacht gaat vallen.... Hebt gij gehoord wat de schoft gezegd heeft, en weet gij wie de drie predikanten zijn?

Neem ze vrij alle twee, merkte Odo om gerust gelaten te worden. De welgezindheid van zijnen makker verdroot hem. Maar André liet niet los. Hoe is de blonde niet wel zoo schoon? en lonkt ze niet even vriendelijk? Ja, vrijwel, ze lonkten alle twee bezonderlïjk naar u. En uwe wedding zijt ge verloren! 'k Betale geern, 't plezier van den dag is 't verlies wel weerd, wist Odo.

Uilenspiegel, die in de gaten had dat achter dat knipoogen iets schuilde, deed hem nog meer drinken, zoodat de weerd begon te dansen en te schaterlachen. Vervolgens kwam hij weer aan de tafel zitten en sprak: Goede katholieken, ik drink op uwe gezondheid! Op de uwe! antwoordden Lamme en Uilenspiegel. Op de uitroeiing van ketters en muitmakers!