United States or United Arab Emirates ? Vote for the TOP Country of the Week !


U laten? sprak hij, 't was precies alsof men tot Lamme, als hij honger heeft, zou zeggen eene pateel ortolanen te laten staan. Van u wil ik eten. Maar gij hebt mij nog niet gezien, zeide zij. En zij opende eene lanteerne, die plotseling heur aangezicht verlichtte. Hoe schoon! sprak Uilenspiegel. Ho! wat schoone lichtbruine huid, wat zachte oogen, wat roode mond, wat liefelijk lichaam!

De wind waaide zachtjes, de zonne was warm; Lamme leed aan de koorts, maar hij was stevig gebonden op zijn bed, opdat hij in zijne vlagen van ijlhoofdigheid niet overboord zou vallen; doch hij waande zich nog in de keuken en zei: Dat fornuis staat heel gereed. Aanstonds zal het ortolanen regenen. Vrouw, span de strikken in onzen boomgaard.

Men vangt hier omstreeks ook Ortolanen, en zij moeten nog al niet zeer duur zijn, want wij hebben ze in onze herberg al een en andermaal gegeten. Ook hadden wij dagelijks kleine forellen op tafel; ik zag ze dikwijls in de Adour onder en tusschen de steenen met de hand vangen. De beekjes hier omstreeks leveren ook een menigte kreeftjes op.

Ik wil, sprak hij, met u eten, en u eten, u en uwe vriendinnen, de eene na de andere, want gij zijt fijne brokjes, lekkerder dan ortolanen, lijsters of sneppen. De Hemel vergeve u, dat wild is buiten prijs, zeiden zij. Zooals gij allen, mijne hertjes, antwoordde hij. 't Is te zien, spraken zij, maar wij zijn niet te koop. Noch te geven? vroeg hij.

Stoverije van liefde, zal ik u nimmermeer proeven? Waar zijn uwe kussen, geurig als ortolanen; waar is uw mond, op denwelken ik uw zoenen plukte, als het bijtje den honig op de roze; waar zijn uw witte armen, die mij streelend omhelsden? Waar is uw kloppend hert, uw ronde boezem en die lieve huivering van uw aanbiddelijk lichaam, verlangend naar liefde?

Lamme at met lange tanden, en zag vertwijfeld naar Uilenspiegel, die het oudbakken brood en de te jonge kaas binnenspeelde alsof hij ortolanen at. En Lamme dronk zijn dun bier zonder genoegen. Uilenspiegel lachte in zich zelven als hij hem zoo jammerend zag zitten. En daar was nog iemand, die lachte in het binnenhof van de afspanning, en die van tijd tot tijd den neus voor het venster kwam steken.

Er staat geschreven: Wie aan den arme geeft, leent aan God: dappere krijgslieden, en gij ook, schoone damen, leent aan God: 't is te zeggen, geeft mij brood, vleesch, wijn, bier, als gij wilt, en de taartjes die gij missen kunt, en God, die rijk is, zal U alles dobbel teruggeven, met dozijnen ortolanen, beken malvezij, bergen kandijsuiker en rijstpap, die gij in 't hemelrijk zult eten met zilveren lepels.

Uilenspiegel lachte goedmoedig zonder iets te zeggen; Lamme blies van verontweerdiging, doch Wasteele zeide op zachtmoedigen toon: Gij spreekt lichtzinnig. Ik leef niet voor hesp, voor bier, noch voor ortolanen, maar voor de zegepraal van het vrije geweten. Voor de vrijheid, doet de prins lijk ik.

Jammerend sprak Soetkin toen: Man, wij hebben geen eten vandaag: de bakker heeft mij brood geweigerd. Brood? sprak Klaas, de tassche openend en goudstukken op de tafel gietend, brood? Daar is brood, boter, vleesch, wijn, bier! Daar zijn hespen, mergpijpen, reigerpastijen, ortolanen, ganzen, krakelingen, daar is ambrozijn, lijk bij de groote heeren! daar is bier met tonnen en wijn met vaten!

Niet te veel muskaatnoot, daarvan krijgt men koorts. Witte saus, tijm en laurier. Waar zijn de eierdooiers? Vervolgens wenkte hij Uilenspiegel tot zich en zeide: Straks zal het wild regenen: ik zal u vier ortolanen meer geven dan aan de anderen. Gij zijt de gezagvoerder, maar verraad mij niet!