United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar zes keer achtereen hobbelde hij, zoodra hij uit het gezicht was, de drie soldaten overboord, zoodat zij verdronken, en dan deed hij, alsof hij hen overgevaren had. En zoo kwam er niet één Spaansche soldaat in Watergang; want deze jongeling uit Den Ilp was een vijand van de Spanjaarden, en daar had hij gelijk in.

Ik stond op den bak, terwijl van een der ankergasten het hoofd door een kanonskogel glad afgeschoten werd; de commandant, die juist daar op aan kwam, zeide alleen: »Arme drommel! Zet hem maar overboord, wij hebben nu geen tijd om naar de oorzaak van zijn dood een onderzoek in te stellen."

Hij had eens voor al "die oude theorieën, die banaliteiten van het geldwezen" overboord geworpen. Er was geen levenskracht in deze stelregels. Hij gaf er de voorkeur aan "om zijn aandacht te wijden aan den werkelijken toestand van het land en alle theorieën konden voor zijn part naar de maan loopen."

De slachting was zoo afschuwelijk omdat het zoo verbazend vlug ging. De nikkers hadden geen tijd om te denken. Als ze er in slaagden te denken, sprongen ze met een vaartje overboord, waarbij de kano's meestal omsloegen. Saxtorph hield geen oogenblik op. Het water was bedekt met nikkers en pang, pang, pang, schoot hij zijn kogels in hun zwarte lichamen.

De steward antwoordde, ook roepende om het geraas rondom ons te overstemmen, dat de deuren van de kajuitstrap door een overboord komende stortzee waren stukgeslagen. Het gekraak daarvan had mijn aandacht getrokken. Nauwelijks waren die woorden gesproken of een tweede kraak volgde, veel heviger dan de eerste, als werd een houten wand met groot geweld ingedrukt.

"Al is," zeide Sander, "het schip nog zoo lek en de branding nog zoo fel, zoo zal de matroos, om zijn leven te redden, niet overboord springen, wanneer hij haaien voor den boeg ziet. Ik dank u, Mijnheer Huyck! maar ik heb mijn nek te lief om uw voorslag aan te nemen.

Ik zette Saxtorph en zijn ploeg doodgravers aan het overboord zetten, en erover gingen ze, levenden en dooden. De haaien hadden een vette, dien dag. Natuurlijk gingen onze vier vermoorde matrozen denzelfden weg. Maar hun hoofden deden we in een zak met gewichten eraan, dat ze niet naar het strand drijven en in de handen van de nikkers zouden vallen.

»Waartoe die vleiende benaming?" vroeg Barbicane. »Omdat wij ons projectiel hadden moeten vullen met nuttige voorwerpen, boeken, instrumenten, gereedschappen en wat dies meer zij. Wij hadden dan alles overboord kunnen zetten, want alles zou ons toch hebben blijven vergezellen. Maar daar valt mij iets in. Waarom zouden wij geen uitstapje naar buiten kunnen doen?

Op een nacht viel er een man overboord, het weder was kalm en de brik liep weinig vaart; terwijl men bezig was de jol, die aan de hekdavits hing, te strijken, brak een van de haken daarvan en sloegen de vier man, die er in bezig waren, te water. Twee hunner konden niet zwemmen, en allen schreeuwden luidkeels om hulp, zoodra zij weer boven kwamen.

Het lijk van dezen man was overboord gezet, toen het ontbindingsproces reeds begonnen was; voor het oogenblik was de ballast, dien men aan de voeten had vastgemaakt, voldoende geweest om het te doen zinken, doch enkele uren later was die niet zwaar genoeg meer om het beneden te doen blijven. Hierdoor kwam het in de door mij beschreven houding, rechtstandig weer naar boven.