United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vinie sprong toe maar Odo even kalm, liet zich voorover wegen en dwong het peerd beneden. Het wendde den kop, speelde met de ooren en zocht met de pooten een uitweg om van onder den dwang te geraken. 'k Ben gereed, Vinie! loech de ruiter, preusch over zijne handigheid, we kunnen rijden.

Hij reed 't hof op en hij gaf zijn jagende peerd aan Jan die heel vervaakt en met verslapene oogen het licht bracht. Odo ging schoffelig in huis, wierp de leerzen over den vloer en ging zonder iets te zeggen aan zijne zuster, rechte door, gaan slapen.

Odo en André, de rijke boerenzonen, hielden zich afgezonderd in hunnen hoogmoed, maar de gezellen uit dezelfde buurt zaten den linkschen hoek vol en loechen en praatten onder elkaar en, ze begekten den ouden Filie die vandage zijne geboden kreeg van den preekstoel om de aanstaande week te trouwen ... met een meisje dat hij al veertien jaar vrijde!

Zij loechen om de vrees van het lichte vrouwvolk en waren vol van de verwachting der vreugde die ze zoeken gingen. Aan den ingang van 't dorp kletsten de hoefijzers dubbel hard op de kasseisteenen en de menschen kwamen uit hunne huizen kijken en bewonderden de twee ferme ruiters: Odo, de zoon van den ouden burgemeester, en André, de landrijke boer.

Hij kwam op 't Meulenhof als een ridder uit oude tijden en met eene kitteling van de sporen, deed hij zijn peerd geweldig steigeren. Verkamer en de dochters kwamen ijlings buiten kijken en ze loechen vriendelijk en voldaan naar de welgekomene bezoekers. Odo liet zijn blinkend peerd bewonderen binst bij er nog op zat en keerde en wendde het waar hij zijn wilde.

Nu gingen ze hunne kracht en hunne prachtige peerden toonen naar 't vreemde; daar zouden ze met trotschen, onverschilligen blik laten zien en bewonderen wie ze waren en van waar ze kwamen. Waar rijden we nu eigenlijk? vroeg André. Voorwaards! loech Odo; hebt ge zin ergens te zijn? Neen.

En zoo gauw begon André met zijne gulle babbelachtigheid: Moeder, o, we zijn te vrijen geweest, naar de twee schoonste meisjes van 't land! en hij vertelde lang en breed heel het bezoek op 't Meulenhof. Ida keek ongeloovig en vragend Odo in de oogen en de kerel, om haar te plagen, loech stil bevestigend en deed er dan ook nog 't zijne bij.

In den grooten stal stonden de veertien peerden in twee reken te stampen en te trekken 't hooi uit de rosteelen. De boer overging één voor één en deed Vinie tasten en bewonderen; hij kroop onder hunnen balg en hief hen de pooten op, al vertellend al hunne gaven en kostbaarheden. Anna leidde Odo al den overkant en ze bleven huns getweeën en spraken voor hun eigen van heel andere dingen.

z'En krijgen niet gedaan met de peerden! merkte Anna. Laat hen maar doen, we zijn hier goed met ons drieën, merkte de kerel. Nu begonnen ze ongedwongen te kouten over de vele bezoekers op 't Meulenhof en Odo zocht hen beiden evenzeer te plagen en te doen lachen. Hij was zelve voldaan over zijne geestigheden en omdat alles best naar zijnen zin uitviel.

Smerig boerenvolk! schold hij, met al hun vrouwengetrek, dat ze nog wisten wien ze vermoorden! hadt gij er maar wat meer van gekregen! Wat heb ik daarin te zien? Odo stond te lachen met den armen kerel en toen eerst voelde hij die vochtigheid en warmte in den hals en de hand waarmede hij tastte zag hij klaar bloed. Hij grolde zijne woede uit en zijne onmacht. 'k Ben gesteken!