United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze hadden d'r hart te hoog gedragen. Overal nummer een. Als de zaken misloopen, mot je de tering naar de nering zetten. De vorige week waren ze nog in 't Concertgebouw geweest. Vroolijk as ze waren! En nou 'n smerig bankroet. Een makkelijke manier om je van je schuldeischers af te maken. Een geluk dat d'r geen kinderen waren. Wablief? Geen kinderen?

De schoenmakersvrouw had het spinnewiel terzijde gezet, zij had een schoonen boezelaar voorgedaan en haren zondagschen doek omgeslagen en zette een zondags-gezicht daarbij, lachte de kinderen toe en wischte klein Marieken den mond af, wanneer die zich met de pepernoten wat al te smerig gemaakt had.

Een smerig eindje pijp steekt tusschen zijn dikke lippen, op den neus prijkt een bril met slechts één glas, en onder den arm draagt hij van daag een totaal overbodige weelde! een blauw geruite regenscherm.

Iedereen in de kamer droeg met echt republikeinschen vrijheidszin dat teeken der mannelijke oppermacht op het hoofd, hetzij van vilt of palmbladeren, oud en smerig of glimmend-nieuw. De hoed scheen zelfs het karakteristiek onderscheidingsteeken van elken persoon te zijn.

Al verder stijgende komt men te Boissières, gebouwd op vulkanische gesteenten, waarin men hier en daar ook weder holenwoningen ziet; dan weder afdalend in het dal der Couze, met een zeer kale Cheire, zoo troosteloos als ik er nog geene zag, en dan Murols, een smerig dorp, bekend om de prachtige bouwvallen van zijn kasteel, thans eigendom van het departement.

De twee oudste joggies van vijf en zes jaar, loopen verwaarloosd en smerig, met ongewasschen en vuile bakkesjes en verhavende kleeren. "Meneer hier zijnen de laarzen." Dat is de loopjongen, lang en mager. "Goed." "'t Is een gulden voor hakken en halve zolen." "Heb je van tien gulden terug?" Malle lach: "'k Wou da'k zoo rijk was." "Vraag dan an je baas." "Me baas is net zoo rijk als ik."

Hij ontving ons in een vertrek, dat men, het zij met allen eerbied voor den rang van den bewoner gezegd, gerust een smerig hol mocht noemen. Er lag niets dan een tapijt op den grond, en in de hoeken stonden een paar kisten.

Alfons berichtte dat het weer ginder nog altijd even mooi bleef, maar hij was eens beneden door de kleine stad gaan wandelen en vond er het volk zoo verschrikkelijk vuil en lui. "Ik en zou ginter toch niet willen leven voor geen geld van de wereld," zoo schreef hij, "want zoo een smerig volk als ginter daar hebt ge geen gedacht van.

Al verder stijgende komt men te Boissières, gebouwd op vulkanische gesteenten, waarin men hier en daar ook weder holenwoningen ziet; dan weder afdalend in het dal der Couze, met een zeer kale Cheire, zoo troosteloos als ik er nog geene zag, en dan Murols, een smerig dorp, bekend om de prachtige bouwvallen van zijn kasteel, thans eigendom van het departement.

Het was er gruwelijk smerig, want het was Maandagochtend en er waren sinds Zaterdagavond zes dronken menschen in opgesloten geweest. Maar dit is maar een kleinigheid.