Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


De knecht stond op, luisterde zonder roeren tot de reek was uitgezegd, dan knikte hij instemmend, stak de pijp in den ondervestezak en vertrok. Odo ook veegde den vaak uit de oogen, keek nog eens op 't uurwerk, rekte de armen en ging geeuwend naar de vaute. Gaat ge rijden? vroeg Julie. Ja, André komt alhier, maak de koffie gereed.

En 't pijnde hem dat de bruine met haar fieren lippenplooi en prachtigen hals, en de blonde met haar bollekaken en blauwe oogen zoo blijde, dat ze nu voort hunne wegen gingen en loechen, in zijne afwezigheid en dat hij, Odo van den Hoogen Doorn uit de verte, misschien niet heel hun gedacht en vulde.

Odo integendeel wilde het niet vergeten, hij hield het alleen, diepe voor zich; André moest daar verre van en uit blijven: daarom vertelde hij niets van zijne afspraak met Vinie en zijn voornemen. De wrok duurde en groeide van langs om heviger en hij bleef onder den druk van dien plotsen minneslag, onkennelijk voor zichzelf.

De hennen ook, en de wakkere haan bleven op hunnen warmen zolder tenzij juist den tijd om te eten. Waar Odo door de vensters gluurde, gaandeweg over de hooge stoep, zag hij al de gordijntjes nauw dichtgeschoven. De deur kriepte haar gewonen kriep onder den stoot van zijne hand en binnen vond hij moeder en zuster met hun ernstig gelaat, stil bij den haard zitten wachten.

Over 't vuur en in de heerdasch er rond, hingen en stonden ijzeren potten en pannen waar dampen uit walmden tusschen de spleet van de deksels. Over het verste eind van de lange tafel was een blauw geperkte dwale gespreid waarop de witte borden met vorken en lepels gereed stonden. Dat alles gaf Odo een tegenzin van vunze gewoonte, vastgegroeid in ouderdom, dringend als eene noodzaak.

Een tweejaarsche merrie, zei André op zijn peerd doelend. Kostelijke beesten! en de boer smekte er bij van bewondering. Komt gij van ver, als ik vragen mag? Ik ken veel menschen, maar 't jong volk groeit boven mijn hoofd. g'Hebt nog gehoord van den Hoogen Doorn? vroeg Odo.

Zoo gauw Odo buiten op strate en alleene was, neep hij de vuisten en knieën en beet op de tanden dat ze kraakten. Alle twee de mijne zijn 't! en gij of een ander en zult er geen poot aan steken, verdoemenis! de mijne alle twee!

We zullen ze pakken als we ze krijgen! gromde Vinie en hij hield 't ander binnensmonds, woedend dat hij was om de slagen op zijn lijf en dat hij betrokken werd in die domme historie waaraan hij geen schuld en had. Die ezels, ze nemen mij nu nog voor een jongen vrijer! riep hij om zijn spijt te luchten, doch inwendig blij aan 't gevaar ontsnapt te zijn. Maar Odo was niet te bedaren.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek