United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nergens, nergens, voor geen venster is zij te zien, de schoone... ja! hoe heet zij? Hij weet er niets van, en lacht over zijn dwaasheid. Zoo keert hij huiswaarts. In deze stemming vinden wij hem op zijn kamer. Maar neen! Er is een straal van hoop in zijne ziele opgegaan. De berekeningen van een mensch in Witses toestand zijn stout.

De jaren, die voorbijgegaan waren, gingen nog eens hare verbeelding voorbij; het bewustzijn rees op, dat eene periode in haar leven was afgespeeld, en zij zuchtte daarom niet naar een toestand, die niet meer te herroepen was. Toen sloeg zij de oogen fier op, keek de toekomst stout in het gelaat zooals zij het gewoon was, ieder te doen, en brak door eene hevige daad het verleden af.

Twee derden ongeveer van den weg heeft de reiziger achter zich, als hij het hoogste punt van den onmerkbaar stijgenden weg bereikt, en plotseling, verrassend schoon en stout, een wijd berglandschap ziet liggen. Een paar kilometer verder verandert al weer het aanzien van het land. Hier is toch een vlakte, waaruit, allerzonderlingst, enkele kegelvormige heuvels opsteken.

Gij wilt zeggen, dat gij slimmer zijt dan wij? Ja. Heer, dat is nog al stout gesproken! Het is volkomen waar. Voor u is dit geheimschrift voldoende, maar omdat het zoo dom verzonnen is, is het gemakkelijk te ontcijferen. Maar wat beteekenen dan die voor mij onbegrijpelijke woorden? Hij wilde zich alleen overtuigen, of ik ze al dan niet begreep, want hij zelf had ze zeer goed kunnen lezen.

Voorzichtiger had hij misschien gedaan met het voorbeeld te volgen, dat eenige der aanwezigen gaven, die zich bij de eerste verwarring uit de zaal maakten. "Jonkman! wie zijt gij, die mij zoo stout het woord durft afnemen?" vroeg Groenhovius: "ben ik niet de gezondene en geroepene van omhoog, die den volke leeren moet, wat het noodig heeft te weten?"

Gij zelf streedt aan hunne spits; uw moed en uwe dapperheid waren die van een leeuw. Ik herken u, want het zwaard, dat aan mijne zijde hangt, sloeg de wonde, welker bloedig litteeken nu nog uw mannelijk gelaat siert!" De menigte, die met ingehouden adem had geluisterd, sidderde voor het leven van den man, die zoo stout durfde spreken.

En dan weêr was de stemming der menigte omgeslagen als het humeur van een stout kind en men had gelachen en gejubeld om een gered of snel vermoord paard, bij een handig opgezette banderilla, bij een sierlijken zwaai met de capas.

En wat maakt u zoo stout," vervolgde hij tot Claes Gerritsz, "om niettegenstaande onze waarschuwing, u hier te vertoonen? Pak u van hier, of ik sla u 't hoofd van den romp." "Neen!" zeide Reinout, partij trekkende van deze omstandigheid en den bevenden Haarlemmer bij den arm grijpende: "Laat hij nog een oogenblik blijven.

Het was een stout, om niet te zeggen ongerijmd denkbeeld aan te nemen, dat er vóór het Diluvium zelfs boomen bestaan hebben, waarvan de takken sterk genoeg geweest zouden zijn om dieren te dragen, zoo groot als oliphanten. Prof.

Er was eens een kleine jongen, die zoo stout was, dat ieder er schande over sprak. Hij sloeg de kindermeid, gooide moedwillig glazen en borden stuk, stak zijn tong tegen zijn vader uit en durfde zijn arme moeder, die hem, ondanks al zijn gebreken, hartelijk liefhad, boos van zich af te duwen, als zij hem, midden in een driftbui, in haar armen wilde nemen, om hem tot bedaren te brengen.