United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van de struisvogels heb ik er geene in 't geheel gezien, ook geen geheel kleine kiekens. Het schijnt dat zy zich om te leggen en te broeden wisten af te zonderen waar ik hen nooit beloerd of betrapt heb, en van daar niet wederkeerden dan wanneer hunne jongen reeds vrij wat in grootte en krachten gewonnen hadden.

En Lamme, meer en meer opgewonden, vervolgde: Ja, ik bezit genoeg voor uw drie magere hennen, uw vier schurftige kiekens en dien grooten dwazerik van een pauw, die met zijn morsigen steert het neerhof ginds ronddwijlt.

Deze nederlaag wordt door den kroniekschrijver Jean Froissart aan de gulzigheid der Brusselaars toegeschreven; er dient echter gezegd, dat hij slechts van zalm-, forel- en palingpastei spreekt, en niet uitdrukkelijk van kiekens gewaagt. Zij heeten verder: Apendrillers.

Springende lammeren trokken om het statige moederschaap heen grillige lijnen. Met hun capriolen joegen zij hier en daar een reiger op van den waterkant. Hennen op de erven klokten haar kiekens naar zich toe. Ons paard stak den kop op, en hinnikte vroolijk tegen de opgaande zon. Andere paarden draafden aan de overzij der wegvaart een eindweegs over de wei met het onze mee.

Om hun dit te bewijzen stond hem echter geen ander middel ter hand, dan hun naar zijn best vermogen het lekkerste eten op te disschen: niet alleenlijk hesp met eieren, zooveel zij wilden, maar duiven, kiekens, jonge erwtjes en daarbij nog elken dag eene goede flesch wijn. Dit beviel den sergeant-majoor ten hoogste.

Als de twee kiekens gebraden waren, at Uilenspiegel er een op. Sanginne kwam terug en ze sprak: Er waren twee kiekens, en ik zie er maar een meer. Doe uw ander oog open en gij zult ze alle twee zien, antwoordde Uilenspiegel. Woedend ging zij dat vertellen aan Lamme Goedzak, die naar de keuken kwam en aldus sprak tot Uilenspiegel: Waarom spot gij met de meid? Er waren twee kiekens.

Het is wezenlijk alsof ze onder dit dichte gebladerte zijn uitgebroeid, als de kiekens onder de vleugelen hunner moeder. Daarvandaan het zonderlinge gezicht, dat deze meerdere eeuwen oude bosschen opleveren. De oude boomen gelijken op alleenstaande pilaren, het onmetelijke gewelf onderschragende, waarvan de fijne ribben op jonge vijgeboomen rusten, die op hun beurt pilaren zullen worden.

De kiekens lagen in het zand en de twee ganzen stonden nevenseen door de haag te gluren. Er was een voortdurend gegons in en rond de bieënkorven, en van uit de keuken kwam de gedompte stem van Charlot, die kerkliedjes zong. De bloemen stonden beweegloos in hunnen reuk en het water van de Nethe was schelblinkend als de rug van een visch. De beemden sjirpten en de molens draaiden niet....

Het deed deugd de jagers te zien terugkomen met Lamme aan hunne spits: het hoornvee trokken zij voort, terwijl zij het gewold en gevederd vee vóór zich dreven en op de punt hunner gaffels kiekens, kapoenen en kalkoenen droegen, niettegenstaande het verbod van den Prins. En toen gastreerde men blijde op de schepen.

Het peerd werd met groote koperen bellen behangen, die roerden en Zongen bij het minste asemke van het dier. Pallieter wachtte naar Marieke en liet de kiekens buiten. Doch ze hadden nauw den sneeuw gevoeld, een keer of drie gepikt, of ze liepen terug in het kot zich bijeen klodderen.