United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Een zoo schoone bloem," zeide Deodaat, "zoude elken hof versieren; doch waarlijk, zulk een antwoord mag ik niet terugbrengen." "En echter zal men zich daarmede moeten vergenoegen," zeide Adeelen op een norschen toon: "het is niet om het gegons van Hollandsche hofhommels te hooren, dat de Roos van Dekama hier gekomen is."

Sommige begonnen zelfs al te vliegen, en het was een gegons en gebrom, dat Mevrouw Van Koorde het bijna op hare zenuwen kreeg van angst. Zij durfde geen voet naderbij komen en deed niets dan schellen. Nu ging de deur open en trad Mientje, ook al verschrikt door het bellen, haastig binnen. »O, Mevrouw, wat is ervroeg zij angstig. »Is er brand, Mevrouw?» »Neen, neen, nog erger!

Zij, die in 't midden zitten, ruilen altijd door van plaats met de buitenste, opdat warmte en comfort gelijkelijk verdeeld worden. Daar hooren ze 't kloppen van den mees. En er gaat een gegons van nieuwsgierigheid door de geheele korf. Is dat een vriend of een vijand? Is er gevaar voor de bijenmaatschappij? De koningin heeft een kwaad geweten. Zij kan den loop der zaken niet rustig afwachten.

Boven het schurende geruisch van de dorre halmen waarlangs zij heen strijken, klinken hun stemmen in een zacht-vroolijk gegons. Zoo bont als vlinders zijn zij om te zien in hun kleurige kleedij, zoo tevreden-druk als bijen. Het is hun eigen voedsel dat zij halen. Want zij worden betaald, straks, niet in geld, maar in rijst.

Des middags dartelden er duizenden witte vlinders, en 't was een heerlijk schouwspel deze levende zomersneeuw in de schaduw te zien dwarlen. Hier, in deze bekoorlijke duisternissen van het groen, spraken een menigte ongekunstelde stemmen zachtkens tot de ziel, en wat het gekweel had vergeten, voltooide het gegons.

De darren, de luie broeders van deze nijvere vestaalschen, zijn eindelijk wakker geworden en komen naar buiten voor hun dagelijksche vlucht. Bij tweeën en drieën, in geheele bataljons, komen zij uit het vlieggat dringen, beginnen hun middagevoluties rond de korven, en vervullen de lucht van een rumoerig, vroolijk gegons.

Wij zaten op den grond dichtbij de deur, 't oudje tusschen beide zusjes in. Wierook en bloemengeur vulden 't vertrek, waar de bruid en wij zaten. Gamelantonen en een zacht gegons van stemmen drongen van buiten tot ons door. Van de bruid gingen mijne oogen naar mijn buurmeisje, en van haar naar Vader, die buiten zat. De gamelan sloeg een welkomstlied aan; de bruidegom was aangekomen.

»De stormwind, die over dag loeide, zwijgt; de bedarende golfslag kruipt als het ware aan den voet der rotsen; de avondmuggen, op hunne lichte vleugelen gedragen, vervullen de stilte der lucht met hun gegons." »Schitterende ster, wat aanschouwt gij in de vlakte? Maar ik zie u reeds met een glimlach den horizon naderen. Vaarwel, stilzwijgende ster, vaarwel!"

De even schelverlichte takken van de in den storm gezwiepte boomen, wuifden nattigglanzend in de duisternis heen en weer en uit de nog vaag-verlichte oranjerie klonk even iets duidelijker het gegons en gepraat en geneurie en gedempt gelach der op hun stroobed gelegerde manschappen tot ons door. Dat duurde zoo enkele oogenblikken.

Toen huilden zij alle drie in stilte, een lange wijl. Meester De Vreught had zijn zakdoek uitgehaald en snoot zich luidruchtig. Buiten in een dof gegons van menigte, klonk bijwijlen het stampen van de hoefijzers van het paard op de stenen. Komaan,... komaan, Fortuné, 't is tijd, sprak meester De Vreught, Massijn bij de mouw trekkend.