United States or Barbados ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beurtelings ontvingen de heren Potvlieghe en Spittael, en weldra ook moeder Massijn en Eulalie brieven van Fortuné, waarin, ofschoon met minder vrije ontboezemingen dan in zijn schrijven aan meester De Vreught, diezelfde zonderlinge benaming voortdurend terugkwam.

Neen, waarlijk er ontbrak aan Fortuné een gave om fortuin te maken in den vreemde. Indien hem, meester De Vreught, zulk een heerlijke kans te beurt gevallen was, zou hij alles, alles wat maar enigszins in zijn bereik kwam, waargenomen hebben. In weinige jaren tijd zou hij schatrijk geworden zijn; dát voelde hij. Hoe jammer, hoe ontzettend jammer, dat Fortuné zich zo maar alles liet ontsnappen!

Blink had dus niet gelasterd!... Fortuné had zich op zijn beurt slecht gedragen in het vreemde land, en als slachter van zijn losbandigheid was hij er gestorven! O! wie zou dat toch ooit van hem hebben gedacht!

Meester De Vreught, onder ander, had het maar nooit kunnen aannemen, dat er zulke dierlijk bedorven lui, als Fortuné vertelde, op de wereld bestonden. Joa, maainsche, zu gebuirt da doar! voer de spreker plat voort. En de waaive, die van niets beiters weite, komen doar volstrekt nie teigen in opstand, woarschaainloaik omdat zen uuk wal voele dat het er toch nie mee zou boate...

Des avonds, ter maaltyd uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan, en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden, tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn.

»Verschoon mij, dat sta ik niet toe," hernam hij, haar met eerbiedige hoffelijkheid even bij de hand vattende en naar de causeuse terugvoerende, »in een aanzienlijk Hollandsch huis eene dame te ontmoeten, die voor een onbekende weten wil dat zij hare moedertaal spreekt, is zulk eene merkwaardige zeldzaamheid, dat ik het als eene bonne fortune beschouw, in dit tête

Toen huilden zij alle drie in stilte, een lange wijl. Meester De Vreught had zijn zakdoek uitgehaald en snoot zich luidruchtig. Buiten in een dof gegons van menigte, klonk bijwijlen het stampen van de hoefijzers van het paard op de stenen. Komaan,... komaan, Fortuné, 't is tijd, sprak meester De Vreught, Massijn bij de mouw trekkend.

Men kan in ernst twijfelen, of niet Fortune en Faux Semblant evenveel leven hebben gehad als Sinte Barbara en Sint Christoffel. Vergeten wij niet, dat één figuur, buiten elke dogmatische of traditioneele sanctie opgekomen uit de vrije fantazie, meer realiteit heeft verworven dan eenige heilige, en hen allen heeft overleefd: de Dood.

Plechtig had Massijn op een avond, vóór de gewone bezoekers aankwamen, tot haar gesproken. Eu...Eulalie, ik ga vertrekken, maar over drie jaar kee...eer ik rijk en ge...geëerd terug; en dan, als ge mij zo...oolang trouw gebleven zijt, zullen wij el...elkander huwen. Zij was begonnen te huilen en had klagend geantwoord: Ik zal u wel trouw blijven, Fortuné, maar gij zult het niet doen.

Meester De Vreught had er nog enkele flessen van in zijn kelder, doch was het nu toch niet jammer dat Fortuné zijn kort verblijf aldaar niet had te baat genomen, om, al was 't ook slechts een klein vaatje van die fijne drank naar Akspoele te sturen, zodat men eens over 't verschil kon oordelen?