United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude kroniekschrijver, aan wien ons verhaal ontleend is, vermeldt niet of vader Syard zich met dusdanige vergelijkingen bezig hield, toen hij een langen blik op den ouden toren vestigde.

In plaats van vervelende droge annalen, die met even weinig geest als gevoel, jaar na jaar de gebeurtenissen aanstippen zonder samenhang, zonder détails, zonder enige aandoening groot en klein door elkander, alles wat de annalist maar ter ore komt, beginnen in veel dier kronieken personen op de voorgrond te treden, gebeurtenissen worden in dramatiese scènes weergegeven en tot geschiedenissen aaneengeregen en de kroniekschrijver tracht deelneming te wekken, de spanning gaande te houden en aandoening te weeg te brengen; hij kleurt en idealiseert de geschiedenis, romantiseert, en sentimentaliseert die.

Zoo schrijft de vermaarde kroniekschrijver Gailer van Kaisersberg van den tijd der hervorming: "dat de meisjes toenmaals in het klooster gingen, omdat men daar het best het vleesch kon dienen." Vele z.g. vrouwen"kloosters" der 15e-18e eeuw waren niets anders dan plaatsen van losbandig vermaak voor den adel en de patriciërs, en in vele daarvan was des nachts geen nonnencel zonder bezoeker.

Even als bij Parijs, in een dergelijken optocht en met de zelfde klachten en vertellingen als daar, "een onbeschaafd, zwart, vreemd, woest en ellendig volk," zooals een oud Kroniekschrijver zegt, waren zij toen ook voor de poorten van Bazel, Zurich en vele andere Europeesche steden verschenen.

Over deze en dergelijke dingen kan de kroniekschrijver een »ach" en »wee" laten horen en er de vloek der kerk over inroepen. Maar toch, in al die bandeloosheid schuilen krachten, waarvan de ogen der geestelikheid alleen de slechte kant gezien hebben.

De Duitsche Pommeranen worden door hun ouden kroniekschrijver Kantzow, reeds voor drie honderd jaren met de volgende woorden geschilderd: "zij zijn een oprecht, trouw, stilzwijgend volk, dat alle vleitaal haat; zij zijn meer goedhartig dan vriendelijk, meer eenvoudig dan verstandig, niet lichtzinnig, ook niet vroolijk, maar eenigzins grof en zwaarmoedig.

Als ge Chimay verlaten hebt, Chimay, waar verval en verlatenheid hunne tenten hebben opgeslagen sedert de vroolijke hofhouding der prinsen verdween; Chimay, waar op het kleine plein het standbeeld verrijst van den genialen verteller, den onnavolgbaren kroniekschrijver Jean Froissart, die in het koor der kerk den eeuwigen slaap slaapt; en als ge achter u de bosschen laat liggen, waarin nog de echo's zweven van al deze gloriën van een grootsch verleden, en de reusachtige vijvers, waarop weleer vergulde gondels dreven en waarlangs nu de eenzame reigers starend uitzien naar hunne prooi; dan ontmoet ge weldra op uw pad een zingend en murmelend beekje, waaraan men zeker ter wille van de zilveren helderheid van zijn water, den naam gegeven heeft van Eau-Blanche.

Het is mogelijk, doch mij niet gebleken . Liederen, vóór of in den strijd aangeheven men zou ze in navolging van onze oostelijke buren: wijchliederen kunnen noemen waren bij de Germanen vanouds bekend . Een dezer liederen is, hoe zeer dan ook verminkt, door een Engelsch kroniekschrijver voor ons bewaard.

Men zou geneigd zijn het voor een gevangenis te houden, inplaats van wat het werkelijk is: de bewaarplaats der archieven van het koninkrijk. Pulgar, de kroniekschrijver, die het leven der katholieke vorsten beschreef, deelt naar aanleiding van deze vesting, een voorval mede, dat de kloekheid en geestkracht der koningin in het licht stelt, zoowel als het ontzag, dat zij wist in te boezemen.

Deze nederlaag wordt door den kroniekschrijver Jean Froissart aan de gulzigheid der Brusselaars toegeschreven; er dient echter gezegd, dat hij slechts van zalm-, forel- en palingpastei spreekt, en niet uitdrukkelijk van kiekens gewaagt. Zij heeten verder: Apendrillers.