United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Prettig en zelfvoldaan blonk haar vet gezichtje in haar neêrgezegen zwart zijdene voornaamheid. Ze had al haar gouden ringen aan haar vingers en boven op den knoedel van het hoog opgekamde haar, met een rijkdom van krulletjes als een vlechtwerkje op haar voorhoofd geplakt, was de speldeknop voor de mantilla pronkend als een gouden knikkerbal.

En van den grond, waar hij neergezegen was, werd een knaap opgebeurd, zoo schoon van gelaat, dat hij voor den wijngod zelven kon doorgaan, maar de kroon zou hem van 't hoofd zijn gevallen, en de staf uit zijne hand. Zet hem op de tafel, beval de voorzitter. Men gehoorzaamde, maar de knaap zakte ineen. Ondersteun hem, Drusus! Drusus nam de slaper in zijn armen en hield hem overeind.

Alleen als de sneeuwvlokken uren en uren achtereen zwijgend waren neergezegen, zoodat de twijgen bogen onder het aangroeiend dons, liep Johannes graag in de violette schemering van het sneeuwbeschaduwd bosch. Dat was stilte, maar geen dood.

't Is haar bekend geworden dat Helmond bij Jacoba is geweest, en dat Coba wier zenuwgestel immers zoo buitengewoon zwak was op het hooren van het gespeelde lied, waarvan de tonen, ofschoon door het plafond gedempt, toch duidelijk tot haar kamer zijn doorgedrongen, eensklaps klappertandend en straks ook snakkend naar den adem, in Helmonds armen is neergezegen. Meer weet Eva niet.

Toen ge mij aan den uitgang zoo dicht voorbijkwaamt dat ik uw jas aanraakte, dacht ik dat ik neergezegen zou zijn, en kon ik mij nauwelijks weerhouden u toe te roepen maar ik vond de kracht om het niet te doen. Mijn hart breekt, en mijn oogen zijn door tranen verblind; ik kan niet meer schrijven; ik heb niets meer te zeggen. Nogmaals, vaarwel! Ave atque vale!

Vgl. in den IIIn bundel IDEEN, de nummers die over kunst en kritiek handelen. «Als de schoone Amalia uit haar bedwelming ontwaakt, is de bekoorlyke Emilia neergezegen» enz. Er zijn meer dergelyke oud-nieuwe snufjes in omloop, waarover bygelegenheid 'n woordje.

De geest-zelf ligt, verkracht, als machtloos neêrgezegen: En vindt, op 't onverhoedst in 't werktuig aangetast, Het leven pijngevoel, en heel het lichaam, last. De krijgshoop nadert vast. Twee Grooten treên hun tegen En leiden ze op. De steilte eens heuvels opgestegen, Wacht Segol hen met die ontzachtbre houding af, Die achtbre lijfsgestalt' by 't hart eens Konings gaf.

Gaat dit nu ver, dan merkt ge er aanstonds het oorblazen in, en ge zijt op uw hoede. Maar meestal gaat dit niet zoo heel ver, en zoo wordt ge zorgeloos. Die het doen, zijn van uw beste kennissen; overigens uiterst beminnenswaardige personen; en wier gesprek, juist doordien er altoos achterklap in loopt, zoo prikkelt en boeit. En zoo is het eerste vonkje ongemerkt in het vlas neergezegen.

»Wat schort u, zuster?" riep de jonge Atossa, eer Cambyzes had uitgesproken. Nitetis was bewusteloos in hare armen neêrgezegen. Zij trachtte haar bij te brengen, door het voorhoofd met wijn te bevochtigen. »Wat scheelt u?" vroeg de blinde Cassandane, als de bruid van den koning na weinige oogenblikken tot zichzelve kwam. »Welk eene vreugde, welk een geluk, o Tachot!" stamelde Nitetis.

Nooit heb ge zóo gezwegen Gij zijt mijn gaaike niet, dat vroolijk floot! Dit is geen vogel meer: hij schijnt ontbloot Van wenschen, en zoo rustig neêrgezegen, Alsof hij, wat hij wenschte, had verkregen, En of hij lang-gehoopt geluk genoot.”