United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gaat dit nu ver, dan merkt ge er aanstonds het oorblazen in, en ge zijt op uw hoede. Maar meestal gaat dit niet zoo heel ver, en zoo wordt ge zorgeloos. Die het doen, zijn van uw beste kennissen; overigens uiterst beminnenswaardige personen; en wier gesprek, juist doordien er altoos achterklap in loopt, zoo prikkelt en boeit. En zoo is het eerste vonkje ongemerkt in het vlas neergezegen.

Men geve mij mijn koorgewaden en men steke het licht in de kerk op; met de noodige zorg van niet te dicht bij hooi of stroo te komen; want een vonkje kan ons ongelukkig maken." De bevelen des kloostervoogds werden ten uitvoer gebracht: en korten tijd daarna liet de godvruchtige schaar, onder het kerkgewelf vereenigd, het heilige koorgezang aan.

Haast buiten zich zelve van vreugde, wist het jonge meisje zich toch in zooverre te beheerschen, dat zij alle middelen aanwendde, om dit vonkje van opflikkerende levenskracht aan te wakkeren.

De eerste grijs schemerende lichtstralen dringen door het venster. De lamp op de tafel brandt flauw, de olie is verteerd; al zwakker en doffer wordt haar schijnsel; eindelijk gloeit nog slechts een randje licht aan de pit. Ook dat verdwijnt, eerst aan de eene zijde, daarna aan de andere; één vonkje nog, en dan stijgt een draaiend, lichtblauw, teringachtig rookzuiltje uit het glas omhoog.

Woont hier, te midden der onafzienbare graslanden, een dichterlijke boerenstand? Ontspringt de Hippokrene in de kroozige slooten van Abtswoude? Ja waarlijk, in den volksaard schijnt hier een dichterlijk vonkje vlam te hebben gevat.

Ik ben een onverbeterlijk loshoofd die niet rusten kan in de ruste; ik heb zwaar en herhaaldelijk tegen de discipline gezondigd, een onvergefelijk vergrijp in de oogen van mijn vader, dat is zoo; ik heb veel geld verkwist, veel te veel, helaas! want ik heb geteerd op het ouderlijk erfdeel dat nog niet het mijne was, ik heb mijn vader meer gekost dan het blijkt dat hij geven kón; ik ontken mijne schuld niet, ik weet dat ik veel gedaan heb wat strafbaar is in de oogen der menschen, en als ik hard word bejegend, zeg ik tegen mij zelf: 'Rudolf, mor nu maar niet, je hebt het verdiend; maar dat alles belet niet, dat ik mij nog herinner, dat ik van afkomst een patriciër ben, de zoon van een eervol hoofdofficier, en dat ik ook nog mijn vonkje eergevoel heb, al meent gij dat het heelemaal is uitgedoofd; en daarom zeg ik u: met bedriegelijke handelingen van zulken aard als gij daar onderstelt, Francis, heb ik mij nooit ingelaten; ik zou nog eerder in een verlegen oogenblik een dief of een moordenaar kunnen worden, dan opzettelijk bedrog plegen, en ik heb nooit iets gedaan dat iemand het recht kan geven mij als falsaris aan te zien, en gij, Francis! gij die wel mijne schuld maar ook mijne rampspoeden kent, gij die, begaan met mijn ongeluk, zoo dikmaals voor mij gesproken hebt, hoe komt zulke schrikkelijke verdenking tegen mij bij u op?"

Monseigneur Ermino had al gehoord, dat de heer Borsiere een voortreffelijk man was en daar hij bij al zijn gierigheid toch een vonkje wellevendheid bezat, ontving hij hem met zeer vriendelijke woorden en met een opgeruimd gezicht, liet zich over verschillende dingen met hem in en leidde gedurende het gesprek hem en eenige Genueezen, die mede waren gekomen, in een fraai, nieuw huis, dat hij had laten bouwen en toen hij hem dit alles vertoond had, sprak hij tot hem: Monseigneur Guiglielmo, U hebt toch veel gezien en gehoord, kunt U mij één ding toonen, dat men nog nooit zag om het in mijn huis te laten schilderen?

Toen Johannes lang in die wondervolle schaduwwereld had gestaard, zag hij eindelijk den vorm van een klein mannetje, vlak naast het venster, verscholen onder een groot klimopblad. Hij herkende Wistik dadelijk aan de groote, verwonderde oogen onder de hooggetrokken wenkbrauwen. Op het puntje van Wistik's langen neus tekende de maan een klein vonkje. 'Hebt ge mij vergeten, Johannes?

En het vonkje van ondeugendheid kwam terug, toen hij ons in de studeerkamer een aschbakje wees, dat een caricatuur van een grooten vogel voorstelde en niet anders was dan een flinke kreefteschaar. Hierna zou het overbodig wezen, nog te spreken van de hooge ontwikkeling van den koning en de uitgebreidheid zijner kennis.

Er is slechts één weg ter redding over, door honderderlei gevaren heb ik mij een weg gebaand, om u dien aan te wijzen. Volg mij oogenblikkelijk!" "Alleen," antwoordde Rebekka, "zal ik u niet volgen. Indien gij uit eene vrouw geboren zijt, indien gij slechts één vonkje menschelijkheid bezit; indien uw hart niet zoo hard is als uw borstharnas, red mijn ouden vader, red dezen gewonden ridder!"