United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar zoo gaat het altijd, zoo lang iemand nog zijn plebejische afkomst in het bloed zit en zoolang hij zich nog niet tot geestelijke voornaamheid heeft opgewerkt. HOVSTAD. Ik maak geen aanspraak op eenige voornaamheid. Ik stam af van eenvoudige boeren; en ik ben er trotsch op dat mijn wortels reiken tot diep onder in het volk, dat hier bespot wordt. VELE WERKLIEDEN. Hoera Hovstad! Hoera! Hoera!

Men bewonderde haar fraai gesneden gelaat, hare blauwe oogen, van dat blauw der Schotsche meren, haar bevallige gestalte, niet te groot en niet te klein, haren tred, die eenige fierheid verried, haar geheel uiterlijk, dat nadenken kenschetste, tenzij een weinig spotlust hare gelaatstrekken kwam verhelderen, en men moest bekennen dat haar geheele wezen den stempel droeg van bevalligheid en voornaamheid.

’t Zijn schatrijke lui, beste menschen! Maar je kunt zoo zien, dat ’t een baron van het land is: er zit geen echte adeltrots bij! Neen! dan heb ik ze hier wel anders, hoor! die geen mensch aankijken van voornaamheid,” zegt de portier op ’t oogenblik dat de groom terugkeert, en met een vragenden blik voegt hij tot den jongen er bij: „Wel?” „Boven komen”, is ’t lakonieke antwoord.

Deze zat hem echter reeds in alle voornaamheid af te wachten: Een ronde hoed met slappen rand, dien de kok enkel bij feestelijke gelegenheden droeg, dekte zijn kop! Een mantel omhulde zijn plomp lichaam, terwijl een breede, witte halskraag aan het domme varkensgezicht een vreemde waardigheid verleende.

Ik zag het onder vollen zonneschijn; vooral de prachtige Jordaelsnut op den voorgrond werd prachtig beschenen, zoodat ik van een donker dal niet spreken kan en zeer dankbaar ben het zóó getroffen te hebben. Boven op de klev vindt men het ruime Stalheim's Hotel, een goede inrichting, met eene pretensie van voornaamheid, die het maar slecht afgaat.

Die dunne zijden kleeren met het fijne spel der plooien en de geborduurde randen vergrootten nog de indruk van voornaamheid.

Deze woorden geven te kennen, dat het uiterlijk of de handelingen in overeenstemming zijn met den ernst der omstandigheden. ~Deftig~ wijst aan, dat vooral achtbaarheid, waardigheid of voornaamheid op den voorgrond treedt; het wordt zoowel van personen als van zaken gezegd. Hij kleedt zich altijd even ~deftig~. Een ~deftig~ publiek. Een ~deftig~ huis. Een ~deftige~ begrafenis.

Aan hun hoofd bevond zich de heer De Savornin Lohman, het volmaakt type van een modern edelman, die door de voornaamheid van zijn manieren, zijn juridische en grondwettelijke kennis, zijn sierlijk woord, zijn fijne ironie, zijn strenge, meedoogenlooze, eenigszins hooghartige logica, naar het getuigenis van Dr.

Hij was thuis geraakt in dat groene wereldje achter rasters, waar een mollige rust hing van voornaamheid en zelfgenoegzaamheid.

Noch hutten, noch grove beddelakens, noch achterkamers, noch paleizen, noch zelfs... de puistjes van 'n Palatine, bedingen d. i. veroorzaken of weren de poëzie! Voor haar is dit alles gelyk. Zy zoekt en vindt haar voedsel in 't schynbaar geringe, niet meer maar vooral niet minder ook! dan in voornaamheid.