United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men bewonderde haar fraai gesneden gelaat, hare blauwe oogen, van dat blauw der Schotsche meren, haar bevallige gestalte, niet te groot en niet te klein, haren tred, die eenige fierheid verried, haar geheel uiterlijk, dat nadenken kenschetste, tenzij een weinig spotlust hare gelaatstrekken kwam verhelderen, en men moest bekennen dat haar geheele wezen den stempel droeg van bevalligheid en voornaamheid.

Na deze fraaie uitboezeming, welke Adeelen geheel kenschetste, wierp hij zich in een armstoel, den rug naar de vergadering gekeerd. Deodaat ziende dat hem niets anders overbleef, aarzelde niet om zijn woord te verpanden van gevangen te blijven: en na een korte woordenwisseling werd er algemeen goedgevonden, het voorstel van den Abt van Sint-Odulf aan te nemen.

Ook kenschetste zijn kalme en rustige blik meer nog den stillen denker dan den man van krachtig, rusteloos handelen, schoon hij als krijgsman toch ook menige dappere daad had bedreven en als gezant meer dan eens netelige vragen had helpen oplossen voor zijn vorst.

En toch had zijne kamer een air van élégance, dat zoowel voor den smaak getuigde van den jonkman van geboorte en goede opvoeding, als de behoeften kenschetste van iemand die geene gewoonte maakt van uithuizigheid, en die in zijn thuis al de comforts wenscht te vereenigen, waarvoor het vatbaar is.

Werkelijk kenschetste het bruin verweerd gelaat hem als iemand, die veel aan den invloed van de buitenlucht is blootgesteld geweest, terwijl de trekken bij eene oppervlakkige beschouwing niets gedistingueerds hadden; zij waren grof en goelijk; om den grooten, gullen mond speelde een welwillende glimlach, die echter verre was van zekere stereotype weekheid en het wenkbrauwfrondsen, het voorhoofdsrimpelen niet belette als er oorzaak voor was.

R. gaarne kenschetste met den naam van »sociale schipbreukelingen". Zoo rijpte bij hem het denkbeeld, dat tenslotte belichaamd is in de Stichtingen te Achteveld, ééne voor ontouderde of verwaarloosde kinderen, en ééne voor landloopers, drankzuchtigen, ontslagen gevangenen en dergelijken. Hij werd benoemd tot Predikant-Directeur dier Stichtingen.

Het blad viel juist op den schoot van Reinout, die het werktuiglijk opnam en er het oog op sloeg: maar nauwelijks had hij de onderteekening en een paar regels gelezen, of zijn geheele ziel scheen zich te vereenzelvigen met het geschrift. Hij rees op: zijn lichaam trilde van het hoofd tot de voeten: hij las verder en zijn gelaat kenschetste de hevigste gemoedsbeweging.

Professor Buys kenschetste in 1869 deze bijzonderheid op duidelijke wijze: »Dat men", zoo schrijft hij, »tot eene in zeker opzicht belangrijke en algemeene uitbreiding van kiesrecht komt, dat kan den tweestrijd slechts scherper en zwaarder maken, inplaats van hem te verminderen; want het is noodig dat de Conservatieven het goed weten dat naarmate men dieper in het volk graaft, men naar dezelfde mate de oorspronkelijke, dat is te zeggen absolute, eenvoudige beginselen aan allen overgang vreemd, terrein ziet winnen en die onbepaalde kleur, die, op de oppervlakte verspreid, voor de conservatieve oogen zulk een bekoring heeft, ziet verdwijnen."