United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Reinout reed op Beyaert, en zijn broederen op andere paarden. Als Reinout op Beyaert zat, beefde de aarde en het vuur sprong uit de steenen. En Aymijn met zijn kinderen werden ten hove genoodigd, omdat Lodewijk, keizer Karel's zoon, werd gekroond als koning van Frankrijk. Zij gingen, de Aymijn's of Heemskinderen, met hun vader, allen welgewapend, zooals ridderen ten strijde trekken.

"Ik denk aan dien verwaanden Fries," antwoordde Reinout: "het spijt mij slechts, dat ik hem mijn handschoen niet in 't gezicht heb gesmeten." "Waant gij, dat ik er minder trek toe gevoelde dan gij? Maar wij mochten de belangen van onzen Graaf, die noodzakelijk gevaar loopen bij de minste beleediging, welke dien Friezen wordt aangedaan, niet in de waagschaal stellen."

"Ik hoop, Heer Abt!" merkte Reinout aan, die met deze vergoelijking weinig tevreden was, en als 't ware verlangde om aan alle woorden der Friezen een hatelijke uitlegging te geven, "ik hoop, dat gij van ons het tegendeel niet gelooft." "Sono due pazzi ," fluisterde Deodaat hem in 't oor; echter zoo zoetjes niet of Aylva had het gehoord.

De kokeler peinsde een oogenblik en keerde zich vervolgens naar Elske: "Vrouke!" zeide hij in gebroken Nederduitsch: "hoe lang ik hier wezen?" "Ongeveer een goed half uur," zeide Elske, zonder zich te bedenken. De kokeler zag den Ridder aan met een zegevierenden blik. "Vrouw!" riep Reinout: "bezwaar uwe ziel met geen logen. Hoe lang is die schelm hier geweest?"

"Hulp! in 's Hemels naam!" riep deze: "hulp! hij sterft! zoo gij vrome lieden zijt, helpt! en houdt den moordenaar vast! hij is door het gindsche kreupelhout gevlucht." En bij het uiten dezer woorden wees zij in het boschje naar de zijde, welke Reinout was ingegaan. "Wie, wie is de moordenaar?" vroegen terstond onderscheidene stemmen. "Wie? wie?

De jongeling weigerde, en de edele ridder sloeg hem een hand en een oor af, en stak hem een oog uit. De jongeling had slechts één hand, één oor en één oog over, en angstig werd hij voor verder verlies. Dus bracht hij Aymijn naar Karel, en dikwijls vervloekte hij Reinout onderweg.

"Droom ik? of waak ik?" zeide Reinout, duizelend, met de bewijsstukken in de hand, het vertrek op en neder gaande: "mensch!" riep hij op eenmaal uit, terwijl hij Arkel aanstaarde: "misleidt gij mij niet? zeg mij, herhaal mij, dat gij mij niet misleidt, en ik zal u aanbidden."

"Ellendige!" riep de Graaf vertoornd uit en wierp den tooverstaf met geweld van zich af. Ten einde de uitwerking van des waarzeggers woorden te verstaan, dienen mijn lezers zich te herinneren, dat de oude Graaf Reinout van Gelder, toen hij Willem

Gelijk in jaren en omstandigheden en noodlot, wapenbroeders sedert hun prilste jeugd, en op al hun tochten nimmer vaneengescheiden, waren Reinout en Deodaat door de nauwste vriendschapsbanden aan elkander verbonden, ja was het vaak of ééne ziel hun beider lichamen bewoonde.

"Men heeft bij u te lande ook nogal vrij wat op met waarzeggingen," zeide Reinout tegen Madzy: "ten minste, dit is mij wel verhaald." "Dat geloof ik!" zeide Madzy, "er wordt bij ons geene stins gebouwd, geen dam gelegd, geen kind geboren, of er is de een of andere monnik, die er het toekomstige lot van voorspelt."