United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


U kan gerust aannemen wat ik u zeg; ik heb ondervinding opgedaan in de school des levens.... Nu, dan neem ik dus afscheid. U weet nu dat wij kleine burgers in elk geval achter u staan als een muur. U heeft de compacte meerderheid op uw hand, dokter. Adieu, adieu! ASLAKSEN. Gaat u mee naar de drukkerij, mijnheer Hovstad? HOVSTAD. Ik kom aanstonds, ik heb nog iets af te doen. ASLAKSEN. Best, best.

BURGEM. STOCKMANN. O, ik neem het hem volstrekt niet kwalijk, dat hij schrijft voor den kring van lezers bij wie hij de meeste instemming kan verwachten. Overigens heb ik persoonlijk geen reden om iets tegen uw blad te hebben, mijnheer Hovstad. HOVSTAD. Neen, dat dunkt mij ook.

Maar als ik beschuldigd word van lafheid en tegenstrijdigheid in mijn houding, dan wil ik alleen dáár maar op komen, dat Aslaksens politiek verleden voor alle menschen open ligt. Ik ben heelemaal niet veranderd, alleen heb ik meer leeren maat houden, ziet u. BILLING. We moesten toch zien dat we van hem afkwamen, Hovstad.

Het spreekt van zelf dat dat met de noodige bezadigdheid zou moeten opgesteld worden, zoo, dat de autoriteiten en zij die de macht in handen hebben er geen aanstoot aan kunnen nemen. En als wij daar maar op passen, dan kan toch niemand het ons kwalijk nemen, dunkt mij. HOVSTAD. Nu, zelfs al beviel het hun nu niet zoo heel erg....

Dus van die kracht is u óók nog? Bah! HOVSTAD. Neen, neen, dat meen ik niet! Het valt mij ook zoo onverwacht op het lijf. Dat moet u niet gelooven! PETRA. Ik weet nu wat ik gelooven moet. Adieu. Au, verdomme.... PETRA. Daar ligt het boek. Maar, juffrouw.... ASLAKSEN. Meneer Hovstad, hoor eens! HOVSTAD. Nou, nou, wat is er dan? ASLAKSEN. De burgemeester is in de drukkerij.

HOVSTAD. Heeft u van daag ook les gegeven in de avondschool? Twee uur. BILLING. En in den voormiddag vier uur in het instituut.... Vijf uur. MEVR. STOCKMANN. En van avond heb je nog schriften te corrigeeren, zie ik. PETRA. Ja, een heele vracht. HORSTER. U heeft ook heel wat te doen, naar 't schijnt. PETRA. Ja, maar dat is heerlijk. Dan ben je naderhand zoo verrukkelijk moe.

MEVR. STOCKMANN. Neen, jij ook niet. Gaat nu allebei weg. HOVSTAD. Gelooft u heusch dat het niet goed is voor de jongens dat ze zulke dingen hooren? MEVR. STOCKMANN. Och, ik weet het niet; maar ik heb het niet graag. PETRA. Ja maar, moeder, dat lijkt mij toch heel verkeerd. MEVR. STOCKMANN. Ja, dat kan nu wel zijn; maar ik heb het niet graag; niet hier in huis.

ASLAKSEN. Neen, neen, neen, niet de overheid krenken, mijnheer Hovstad. Geen oppositie tegen menschen die ons zoo dicht op de hielen zitten. Daar heb ik genoeg van gezien in mijn leven; en daar komt ook nooit iets goeds van. Maar de verstandige en vrijmoedige uitingen van een staatsburger daar kan niemand iets tegen hebben.

De meerderheid bezit de macht ... helaas ... maar het recht bezit zij niet. Het recht heb ik en nog een paar anderen, de weinigen. De minderheid heeft altijd het recht. HOVSTAD. Haha; dokter Stockmann is dus aristokraat geworden sedert eergisteren! DR. STOCKMANN. Ik heb gezegd dat ik geen woord verspillen zou aan den kleinen benauwden, aamborstigen troep, die achtergebleven is.

MORTEN. Neen, daar heb ik niks geen lust in. HOVSTAD. Ja, maar, wat wil je dan worden mettertijd? MORTEN. Ik zou 't liefst viking worden. EJLIF. Maar dan zou je toch een heiden moeten zijn. MORTEN. Nou, dan zou ik een heiden kunnen worden. BILLING. Dat ben ik met je eens, Morten. Dat is net wat ik óók zeg. Welneen, mijnheer Billing, dat meent u niet.