United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zy vliegen toe met de ijsselijkste slagen, Om, elk, met zich in 't graf een vijand meê te dragen, En alles davert. Een van Segols krijgshoop sneeft; En heel zijn legerspits bewondert hen en beeft. Hun wapen echter zwicht. Omringd van alle zijden, Zijn 't leeuwen, die met tand en bloote klaauwen strijden, En, in een breeden kring van jagers dicht omzet, Met vijftig knotsen in een oogenblik verplet.

Een sterker krijgshoop schiet van d' Oostkant uit spelonken En holen op, gevoed met raauwe menschenschonken, En niet dan menschlijk in gedaante: tijgerfel, Verscheurende of verscheurd, en helscher dan de hel. Dees stuiven woedend aan, van stuivend stof omgeven. De Koning zag een wolk ten hemel opgeheven: Hy ziet haar naadren, en een uitgebreide rij Zich opdoen, brullende van schrikbre razerny.

Bevestiging des eeds, dien Hemaths krijgshoop zweert. Gy, het zij ge in ruimer baan Om 't wentlen van onze aard een trager kring moogt slaan, Of nader aan de bron des vuurs, met meer bezieling Van gloed, in sneller vaart herombruischt, in uw wieling!

De geest-zelf ligt, verkracht, als machtloos neêrgezegen: En vindt, op 't onverhoedst in 't werktuig aangetast, Het leven pijngevoel, en heel het lichaam, last. De krijgshoop nadert vast. Twee Grooten treên hun tegen En leiden ze op. De steilte eens heuvels opgestegen, Wacht Segol hen met die ontzachtbre houding af, Die achtbre lijfsgestalt' by 't hart eens Konings gaf.