United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nebenchari, de oogarts, ging steeds voort met Cassandane te behandelen, en vermeed allen omgang met de Perzen, onder wie zijn somber, in zichzelf gekeerd karakter tot een spreekwoord was geworden. Men noemde aan het hof elken gelukkige: een Bartja, en elken ouden knorrepot: een Nebenchari.

Toen de leeuw zijn tegenstander overwonnen had, rukte een andere hond, die met den verwonnene uit hetzelfde nest was, zich van zijn ketting los, wierp zich op den leeuw, en deed hem met hulp van den gewonde het onderspit delven. Deze vertooning, die Cambyzes in verrukking bracht, deed Cassandane en Atossa, die op 's konings bevel tegenwoordig waren, de tranen in de oogen wellen.

De Egyptische moet sterven, en mijn verraderlijke broeder zal zijne boeleerster volgen." Cassandane gebruikte al hare welsprekendheid, om de onschuld der veroordeelden te bewijzen en den woedenden man neder te zetten.

Ik voelde mij zoo vermoeid, dat ik niet onderscheiden kon, of ik waakte of droomde. Is Atossa niet meermalen bij mij geweest?" »Juist." »En Cambyzes bleef bij Cassandane, tot de zon opkwam; toen ging hij naar buiten, besteeg den hengst Reksch, en reed de diergaarde in." »Hoe weet gij dat?" »Ik heb het gezien!"

Zij was van hare zitplaats opgesprongen, en zwaaide met het spinrokken, niet bemerkende, hoe het vlas in de war raakte en de draad brak. »Verlies toch de betamelijkheid niet uit het oog," vermaande Cassandane. »De vrouw behoort zich nederig en stil in haar lot te schikken, en vermete zich niet naar de daden van den man te streven."

Cassandane dankte haar zoon voor dit bewijs van zelfverloochening, met een vriendelijken blik harer blinde oogen, en zeide: »Ook ik, mijne dochter, heb uwe vergiffenis noodig." »Ik heb geen oogenblik aan u getwijfeld!" riep Atossa, de vriendin met zekeren trots en in verrukking op den mond kussende.

Ten gunste van Nitetis verspilde Cassandane overigens geen enkel woord. Zij schijnt, even als wij, ten volle overtuigd te zijn van hare schuld. Den verliefden Gaumata hebben wij ook niet meer te vreezen, want ik heb drie mannen gehuurd, die hem, als hij naar Rhagae terugkeert, een koel bad in de golven van den Euphraat zullen doen nemen.

Mijn vader had wel honderd slavinnen, doch inderdaad slechts éene vrouw, onze moeder Cassandane." »En zal ik dan uwe Cassandane zijn?" »Neen, mijne Sappho, want wat gij nu mij zijn zult, dat was nog geene gade van haar echtgenoot." »Wanneer komt gij weder om mij met u te nemen?" »Zoo spoedig ik maar kan en mag." »O, ik zal geduldig wachten." »En zal ik ook tijding van u ontvangen?"

Cassandane, gekleed in een vioolkleurig, rijk met zilver bestikt gewaad, zat in een kostbaren leuningstoel.

Wat mijne betrekking betreft bij de Egyptische, gij hebt mij die niet verschaft; ik heb haar te danken aan den opperpriester Oropastes, die mij aanbeval bij de koningin Cassandane, en niet aan u!" »Wat ge zegt, mijn liefje! Weet ge dan niet, dat eene kamerjuffer zonder mijne bewilliging niet kan aangesteld worden?" »Dat weet ik zoo goed, als gij, maar....."