United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een bruinroode deerne in profond werkendags-gewaad, met den rooden halsdoek zeer luchtig over den boezem en verder onder den gestreept diemiten borstrok gespeld, treedt met een: G'en dag soam!" de kamer binnen, en zegt, terwijl ze een grooten ronden schotel midden op de tafel plaatst: "Hier hei'j de soep; z'is heit, heur!"

Zeker, zeker, loech de boer, 'k ben er dikwijls geweest! wie zou boer Verschaeve niet gekend hebben!? g'En zijt toch nooit zijn zoon? Wel en zeker. En 't Berkenhof, kent ge dat? vroeg André. Boer Vanmarcke? zeker, 'k heb hem veel peerden helpen koopen en vrouw Vermeulen ken ik best. Maar dat is nu langen tijd geleden.

En Mijntje zei weer: "A'j moar gezond blieft!" Gijs hoopte dit ook en keek op 't harlozie. "As je me moar niet vergêt," hikte Mijntje. "Neen verechtig niet," betuigde Gijs. "D'r zin d'r doar zoo veul," zei Mijntje, waarschijnlijk met het oog op hare sekse. "Joa," knikte Gijs toestemmend; en nogmaals op 't horloge ziende: "'k Mot vort! G'en oavend soam. Nou, Mijn, houd oe kerstand."

Onder 't loopen had Gijs besloten om bij Mijn moar met de deur in huus te vallen; en toen hij dus bij oom Kresel de kamer binnentrad, sprak hij tot het vereenigde gezin een: "G'en oavend!" en zich voor Mijntje plaatsende, vervolgde hij in éénen adem: "Mijn, 'k goai mergen met voader noar d' Amsterdamse karmis, 'k kom oe g'en dag zeggen, 'k zal wat veur oe meebrengen, heur ie."

En bij 't afstappen gaf ie 't peerd heel monter 'en klap op de bil, en Kees 'en hand ten afscheid. En Gijs....? Gijs dee krek as voader, en 'en oogenblikske loater stapte Gerrit met Gijs die den zak droeg 't stoarsion binnen. "G'en merrege," klonk het duo van vader en zoon. "Goeje morrege, vrindjes," was het bescheid van den stationsklerk, die aan een tafel zat te cijferen.

In den stal kreeg hij den boer alleen en trok hem bij de mouw en vroeg onbeschroomd: Zeg, Verkamer, g'en zult uwe dochters niet uitleveren zonder mij 't eerste woord te geven? Voor u, lijk voor een ander, loech de boer, de meissens loopen daar vrij, kunt gij ze krijgen ge neemt ze meê! Goed, 'k kome u kortelings nieuws brengen.

't Is de eerste keer van mijn leven dat ik een meisje in de armen krijge, vezelde hij, dat was zoo gemeend en zoo openhertig en waar gezegd, dat de dochter, die zich eerst wilde losworstelen, nu gerust bleef en hem verwonderd aanstaarde, zonder verweer of poging te doen om los te geraken. En g'en gaat bij alle duivels uit mijne handen niet eer ge mij belooft....

g'En zult hem toch geen kwaad doen?! smeekte 't oud wijveke en ze keek Manes drukkelijk in 't wezen en vouwde de handen. Als ze nu toch dood moet?! deed Manes verwonderd. 't Is van loutere ouderdom dat ze blind is geworden, maar een goed en trouw beest was het altijd. Meteen zwaaide hij den zak boven zijn hoofd en sloeg hem uit alle macht tegen 't wiel van zijn karre.

Ze verlangde zelfs dat ze eronder lijden mocht. Ze wilde geerne gekastijd worden, en ze zou geen minste beweging doen om den stoot van moeders slechte inzichten af te weren. Ze wilde zeggen, seffens: Moeder, g'en moet geen omwegen maken. Ge moogt subiet eischen de volle bevrediging van gansch uwen wil. Ik zal u gehoorzamen.

Nu begon er een discours tusschen de beide boeren, zoo grommend, echt boersch, en tevens zoo zacht, alsof ze vreesden moeder de vrouw te zullen wakker maken; en eenige minuten later vertrok Gijs, met 'en nije blauwe pluummuts, na een: "G'en nacht voader," naar No. 72.