United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


In zijn armen, waarvan de spierballen speelden bij iedere beweging, had hij dadelijk Fabulla gegrepen zij, lachende, had nauwelijks afgeweerd en haar toen in één ruk op zijn knie getrokken; daarom was het, dat Nigrina, verontwaardigd en volstrekt niet vervaard voor haar wapenbroeders, opgestaan, uitvaarde en hem beval haar vriendin los te laten.

Den heelen middag zijn we zoèt geweest.... zei Cecilius. Het zal me wat zoets geweest zijn, betwijfelde Colosseros. Nou, wat dènk je.... Bij den edelen Plinius!! Het is overal éen pot nat, was Colosseros' ondervinding. Valete dan, lievertjes! Vale, Colosseros. Vale.... Eet lekker.... .... lekker, bij Fabulla.... De jongens repten zich nu, keken om.

Maar zij waren te veel belanghebbend om het gehos anders dan werktuiglijk te dulden. Het is een héel gewichtige vraag, Fabulla, zeide de dominus, nu gemeenzaam; die je me doet. Een héel gewichtige vraag.... Er is om die vraag al sedert honderd jaren in het tooneelleven veel te doen geweest.

Maar ginds, bij Nigrina en Fabulla en de nieuw aangekomene gladiatoren scheen reeds oneenigheid te heerschen, want Nigrina, met haar opzettelijk diepe altstem, brulde, opgestaan, tegen een der mannen; een heel jonge zwaardvechter, dien zijne makkers Colosseros noemden.

Kijk eens die kerels daar, die geen kerels zijn! .... Ja, Fabulla, stemde de weggeloopen slaaf toe, tot den dief; een nicht van de keizerin Domitia. Bij Herkles, vloekte de dief binnensmonds en gluurde nieuwsgierig naar de patricische.

Speel jij, zeide Fabulla tot Cecilius; de "eerste-vrouwe"-rollen, ventje? Om je te dienen, kluchtigde Cecilius. Ik, met mijn broêrtje zijn op de planken even zoo mooie meretrices als jij er een bent met je doorzichtige jurk aan.... Om niet te reppen van wat ze zijn als ze van de planken

En ze poèften weêr, tegen elkander aan, in een dollach, dien zij onderdrukten. Plotseling stonden zij, recht, lachten niet meer. Crispina opende de kamerdeur. De Keizerin is daar. Met Domitilla en Fabulla. Kom.... Zij wenkte ze. Zij traden ernstig achter haar aan. Zij waren dadelijk weêr geworden de gehuurde komedianten, die moesten dansen en spelen. Crispina voerde hen in het triclinium....

Vertel eens.... zeide Fabulla. Wat, zusje-lief? schertste Cecilius, brutaal en toch kinderlijk. Kom eens dichter.... Het is zoo vol.... Ik k

Fabulla was geslagen van bewondering.... en zóo, dat zij in hare illuzie wankelde. En niet dòrst meer hopen, dat zij ooit op deze planken een "vrouwerol" zoû spelen, al reciteerde zij, zong zij, danste zij. Terwijl de adulescens naar haar lonkte, in zijn liefdesbetuig, sm

Een gladiator! De vrouwen, driest, zagen elkaâr alle drie aan; Domitia, Domitilla, Crispina. Zij hadden, met Fabulla, geen geheimen voor elkaâr, wat betrof hare nachtelijke omzwervingen, hare vluchtige hartstochten, die zij niet telden.