United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het komt net te voorschijn, zooals we dat soms zien bij een poesje, dat behagelijk een breed, mollig pootje vooruitsteekt. De heele figuur, het verlichte driehoekje van gelaat, handen en boek, heeft iets poezeligs over zich. Dit neemt dadelijk in voor het ventje. Het is ons onverschillig, of oogen, neus, mond, gezichtsvorm en haar nauwkeurig gelijken, er is, buiten dat, iets aantrekkelijks in.

Ik had nog nooit zulk een langen man gezien. De ander daarentegen was een klein, dik ventje met een groote gele turban en een in een shawl geknoopt pak in zijn hand. Hij scheen van angst te beven, en zijn hoofd wendde zich onophoudelijk naar links en rechts, met zijn schitterende kleine oogen, evenals een muis die het wagen wil zijn hol te verlaten.

Laurens draait aan zijne lier: rijing, rijing, rijingerijingerijing, vat aan iedere hand een klein ventje of meisje, en een groote rondedans vangt aan. Na den eersten toer volbracht te hebben, staat hij stil, en allen met hem. "Een been," roept hij, steekt het zijne vooruit, en allen volgen zijn voorbeeld.

Die wisten wel dat Leontientje aangekomen was, doch hadden haar nog niet goed gezien. Bruuntje, een vriendelijk, vijftigjarig ventje, met een fijnbesneden, regelmatig gezicht, donkere oogen en zware gespikkelde snor, lichtte eventjes zijn pet op en groette "elk ne goên oavend," terwijl hij zijn gewone plaats aan de lange tafel naast een der ramen ging innemen.

Zijn lijfje werkte zich op de bank naast Mathilde hij zat op zijn éene been, hij leî zijn vuile handtje tegen Mathildes wang: Lieve moeder ... moeder-lief ... Dag jongetje, dag, ventje, heb-je goed gespeeld?

Johannes voelde een huivering, alsof iemand hem tegen het achterhoofd blies, en angstig keek hij naar het vreemde wezen op. 'Wie zijt gij? vroeg hij. 'Wou je mijn naam weten, ventje? Nu, zeg maar Pluizer, familjaarweg Pluizer. Ik heb nog wel mooier namen, maar die begrijp je toch niet. 'Zijt gij een mensch? 'Wel nu nog mooier!

Toen hij bij een kamer kwam, met goudleeren behang, begon hij te vertellen, hoe de menschen al van de eerste tijden af hun wanden hadden bekleed; als hij bij een oud familieportret kwam, vertelde hij van de vele vormen van kleederdracht, en in de feestzalen beschreef hij de wijze, waarop men in vroeger tijden bruiloften en begrafenissen hield. Onder dit alles lag het ventje doodstil.

Uit zich de dartelheid bij jonge kinderen vooral in den lust om te spelen in plaats van te leeren, dan spreekt men van ~speelsch~. Dit ventje is nog te ~speelsch~ om lang achter elkander stil te zitten leeren.

"Arm kind," zeide hij teeder, "wees maar stil, hoor, mijn ventje, wij zullen je geen kwaad doen. 't Is toch ongelukkig," vervolgde hij tegen Peer, "dat zoo'n onnoozel schaap zoo jong reeds lijden moet voor de misdaden van zijn vader. Maar zeg, waarom bleef je toch zoo verbazend lang weg?"

Het moest iemand van groote discretie en volmaakt vertrouwen zijn. Na eindeloos wikken en wegen viel zijn keus op Jantje, een oud ventje uit het Armenhuis, dat hem welbekend was voor zijn onbesproken eerlijkheid en rechtsgevoel en dat ook vroeger nog bij hem gewerkt had.