United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een gladiator! De vrouwen, driest, zagen elkaâr alle drie aan; Domitia, Domitilla, Crispina. Zij hadden, met Fabulla, geen geheimen voor elkaâr, wat betrof hare nachtelijke omzwervingen, hare vluchtige hartstochten, die zij niet telden.

Het is ook beter niet te gaan.... Crispina, wat moèt je met dien dominus gregis....? Augusta.... Zeg het me....? Hij komt haar nieuws van haar tweelingen melden, zei ruw Crispinus. Crispinus! kreet zijn zuster. De vrouwen begrepen; zij lachten. Je tweelingen? spotte Domitia. Zijn ze in zijn grex?? spotte Domitilla. Tweelingen! riep Fabulla. In den grex, van Lavinius Gabinius! Maar ik kèn ze!

Carpoforus, Colosseros, ter zijde van den reiswagen loopende, duwden zich baan door de aangroeiende menigte; zij riepen: Wat is er, jongens, wat is er?? En, plotseling, weêrklonk het uit aller kelen van daar ginds af, terwijl de handen krampten de lucht in: Hij is vermoord! Hij is vermoord!! Domitianus is vermoord door Domitia! Domitianus is vermoord door Domitilla!

Om haar heure vrouwen en men wees ze elkaâr, zich voorover dringende op de breede treden van de Cacustrap. Domitilla naast haar....? Maar Nigrina is.... Sst! Zij spraken het niet uit, uit bijgeloof, uit eerbied voor de Megalezia èn voor mogelijke luistervinken in de menigte. Domitilla, zusterskind van Domitianus.... En daarnaast Crispina....? Ja, de zuster van Crispinus....

De beide vrouwen toen, achter de Virgo Maxima, die ernstig bleef, fluisterden half Grieksch, half Latijn met Domitia. Het was voornaam Grieksche woorden nu en dan te gebruiken. Naast de Keizerin bleef Crispina gelaten. Ze zal ze zién.... fluisterde Domitilla tot de Keizerin, achter de Virgo Maxima. Haar twéelingen!! giechelde Fabulla. Ook de Keizerin lachte.

Wat zei ze toch! Dat wij waren....? .... Wij....? De tweelingen....? Ja, de tweelingen van....? .... van Crispina? Crispina? Wie is Crispina? Was Crispina dáar? In het Tribunaal? Wie is Crispina? Er zat naast de Keizerin, rechts, de Virgo Maxima.... Naast de Virgo Maxima.... Domitilla, 's Keizers nicht. En naast die, Fabulla.... En links van de Keizerin....? Was dat Crispina! Onze moeder??

Hier zijn ze, Augusta, zei Crispina en toonde de jongens. De vrouwen zaten op rustbank, schabellen. Zij waren de onverdraagbare somberheid van het Palatium ontvlucht. Zij wisten, dat Crispina hare zonen wachtte.... Weten zij iets? vroeg Domitia, lacherig. Niets, Augusta, zei Crispina. Weten zij niets? fluistervroegen Domitilla, Fabulla. Niets, herhaalde Crispina.

De Keizerin Domitia was er binnen gekomen, tusschen de Virgo Maxima der Vestalen en Domitilla, des Keizers zusters kind, en men juichte haar allen toe, niet uit liefde maar uit eerbied voor zoo vorstelijk schouwspel van binnenkomst. Paleisofficieren groepeerden zich om de Keizerin, hare paleisvrouwen volgden; de vijf andere Vestaalsche Maagden volgden de Opperpriesteres.

En ze poèften weêr, tegen elkander aan, in een dollach, dien zij onderdrukten. Plotseling stonden zij, recht, lachten niet meer. Crispina opende de kamerdeur. De Keizerin is daar. Met Domitilla en Fabulla. Kom.... Zij wenkte ze. Zij traden ernstig achter haar aan. Zij waren dadelijk weêr geworden de gehuurde komedianten, die moesten dansen en spelen. Crispina voerde hen in het triclinium....

Fabulla zag hen ook. En Fabulla riep tot de Keizerin, tot de Virgo Maxima, tot Domitilla: Kijk, de tweelingen van Crispina! Crispina schrikte; allen keken om en lachten. Maar de jongens, betrapt, dat zij de Keizerinne-loge hadden ingegluurd, repten zich wat zij zich reppen konden, de præcinctio langs. Toen, te gelijker tijd, bleven zij staan. W