United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met klei maakte Uilenspiegel ook twee bloedige voeten. Boelkin, die van heur eersten schrik bekomen was, zei op plechtigen toon: Gezegend is hij, die den moordenaar zal vermoorden. Uilenspiegel nam het masker en de voeten en sprak: Nu moet ik iemand hebben, die mij wil helpen. Boelkin antwoordde: Ga naar de Blauwe Gans, bij Joost Lansaem van Ieperen, dewelke deze taveerne houdt.

Moest gij het weten, antwoordde hij, dan zoudt gij geenerlei genoegen meer smaken als gij het ziet. Boelkin schudde het hoofd en zei met jammerende stemme: Gij hebt geen vertrouwen in mij. Hoe zoo? sprak Uilenspiegel. Is het integendeel geen groot bewijs van vertrouwen als ik u zeg: "Spelle wordt gehangen?" Met dat woord alleen kunt gij mij doen hangen vóór hem. Inderdaad, antwoordde zij.

Hij was de beste kameraad, de trouwste vriend van mijn ongelukkigen broeder. Zeg hem, dat het Boelkin is, die u zendt. Uilenspiegel deed zooals zij hem heette. Na zijn dagelijksch werk voor den dood, ging provoost Spelle 's avonds in de Valk warmen dobbelen klauwaard drinken, die gekookt was met kaneel en met Madeira-suiker.

Uilenspiegel antwoordde: Ik ben de zoon van Klaas, die te Damme verbrand werd; de assche van den doode klopt op mijne borst: ik wil Spelle den moordenaar dooden. Is 't Boelkin, die u zendt? vroeg de weerd. Boelkin zendt mij bij u, antwoordde Uilenspiegel. Ik zal Spelle dooden en gij zult mij helpen. -Ik wil, zegde de baas. Wat moet ik doen?

Boelkin, zoo was de naam van het meideken, keerde gerust terug naar heur huis te Meulestede, zonder de wraak van Pieter de Roose te vreezen, want een koerier, die voor zaken naar Destelbergen gekomen was, verwittigde heur dat de parochiepaap en de poorters verklaard hadden, dat zij Spelle vóór den hertog zouden doen verschijnen, bijaldien hij de hand dorst leggen op de zuster van Michielken.

Hemden en ander vrouwenlinnen hingen te drogen; het meisje was steeds naar Uilenspiegel gekeerd, trok de hemden van de koorden, hing ze weder op, glimlachte en keek gedurig naar Uilenspiegel. In de nabijheid hoorde Uilenspiegel eenen haan kraaien en zag hij eene voedster met een kind spelen, wiens gezichtje zij naar eenen man toekeerde, terwijl zij zeide: Boelkin, trek oogskens naar vader, toe!

Toen de klei gekneed was, maakte hij daarvan een masker, met een neus, eenen mond, oogen en ooren, dat zulke groote gelijkenis had met de trekken van den doode, dat Boelkin er oprecht over verwonderd was. Daarna legde hij het masker in den oven te drogen.

Uilenspiegel trok een fleschje brandewijn uit zijnen zak en zei tot den baas: Boelkin heeft zoo twee tonnen te verkoopen. Kom binnen in de keuken, zei de baas. Hij sloot de keukendeur achter zich en bezag Uilenspiegel vlak in de oogen. Gij zijt geen koopman in brandewijn, sprak hij, wat beteekent uw knipoogen? Wie zijt gij?

Uilenspiegel, die het meideken vergezelschapt had naar Meulestede, kwam in de benedenkamer van het huis van Michielken, en zag daar het konterfeitsel van een meester-pasteibakker. Hij veronderstelde dat dit het portret van den armen doode was. En Boelkin zeide: Dat is mijn rampzalige broeder. Uilenspiegel nam het konterfeitsel en sprak: Spelle wordt gehangen! Hoe zult ge dat doen? vroeg zij.