United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik en ken dat mopsjen niet'," gaf ik ten antwoord; maar de roode kleur, die ik kreeg, zeide maar al te wel dat ik loog. "Heeee, fijnman, heeee! Kom dan toch, of we gaan alleen naar onze goede Trijn Blomzoetken!" schreeuwde Joost en gooide zijne muts in de hoogte, duikelde tweemalen over den kop, pakte Jan bij den arm en voort gingen ze.

's Anderen daags woei de wind uit Brabant: de sneeuw smolt en de meerschen werden overstroomd. En de burgstorm luidde, om de rechters naar de vierschaar te roepen, onder het afdak, om den wille van de vochtigheid der zodenbanken. En het volk stond rond de vierschaar. Joost Damman werd voorgebracht, zonder kluisters, in zijn prachtige kleeren.

Joost Van Meerle was het geweest die Geertje Willems, in weerwil van haar dringende beden, haar plechtige verklaringen en waarachtige rechten, als een gewone dienstbode had weggezonden, om den armen wees een liefderijke verpleegster, een wakenden engel te ontrooven, en, zich zelven van een lastig paar oogen te ontslaan.

Vóor de Fransche omwenteling bezat de kapel van Kerselaar eenige vaste goederen, alsook kostbare juweelen en altaargewaden. Aan het gewelf hangt, sedert 1860, een houten krokodil, gesneden door VAN BIESBROUCK. Men verhaalt, dat Joost de Joigny, heer van Pamele, in 1555 op zijnen tocht langs den Nijl door eenen krokodil werd bedreigd.

En de sententie der schepenen luidde, dat de torture twee dagen later, des Vrijdags, zou plaats hebben. En Nele schreeuwde: Genade, mijne heeren! En het volk schreeuwde met heur, doch te vergeefs. En Katelijne bezag Joost Damman en sprak: Ik heb Hilbert's hand, kom ze dezen nacht halen, liefste. En zij werden terug naar het Steen gebracht.

Honderd jaar later vloog Joost in woeste vaart naar den toren, haalde de klokken er uit en slingerde ze weg. Hetzelfde wordt verhaald van de klokken van Driel en van Lochem. Deze wierp de duivel in twee kolken niet ver van den Berkel, waar men ze nog in den Kerstnacht te twaalf ure kan hooren luiden. Vandaar dat deze twee plassen den naam van "duivelskolken" dragen.

Sneeuw en ijs in den zomer, druiven in den winter, dat was al bijna niet te doen! Maar nog was de geleerde man niet tevreden! Op een dag liet hij Joost bij zich komen. "Hoor eens! ik moet een rijtuig hebben met vier paarden, die nooit moe worden." Dat bracht de knecht ook in orde! Je kon doktor Faustus vaak zien uitrijden, en dan ging hij, hu! als de wind naar Konstantinopel, heen en terug.

Het was Vrijdag 18 October 1867, den dag, waarop te Amsterdam het standbeeld van Joost van den Vondel zou worden onthuld. Eene groote menigte stroomde naar de Nieuwe Kerk, om zich rondom Vondel's grafsteê te vereenigen. De blauwe zerk was zorgvuldig van stof gezuiverd en prijkte met eene krans van gele immortellen.

Ze stonden eerst 'n beetje verlegen in de mooie kamer, waar ze anders nooit in mochten van moeder, maar Go nam dadelijk de kleine Riek op haar arm, en begon haar de platen aan den muur te laten zien, er prettig onder pratend met haar hooge, vroolijke stem, terwijl Else, éven onzeker, want ze was heelemaal niet gewoon met kinderen om te gaan, den stevigen, dikken Joost in de hoogte tilde, en van den anderen kant beginnend, hetzelfde spelletje deed, ofschoon ze in 'n oogenblik buiten adem was van de zwaarte, en, klagend zich naar Go omdraaiend, zei, dat de moderne schilderkunst er zoo'n afschuw van had 'n "geval", iets dramatisch' te geven, en ze daarom wezenlijk geen verhaaltjes voor Joostje bedenken kon.

Toen sprak de baljuw: Nele, de dochter, die heure moeder Katelijne met zooveel genegenheid verdedigt, heeft in den genaaiden zak van den besten rok derzelfde Katelijne een briefje gevonden, geteekend "Hansken". In de beugeltassche, gevonden op het lijk van Hilbert Rijnvisch, stak een andere brief, aan hem gezonden door Joost Damman, beschuldigde alhier tegenwoordig.