United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op slag van tien uren kwam Spelle uit den Valk, gevolgd door zijne twee beulsknechten en door Pieter de Roose. Lansaem en zijne gezellen waren verscholen in de schuur van Samson Boone, een vriend van Michielken. Spelle kon hen niet zien. De vrienden van Michielken hoorden hem zwijmelend voorbijgaan, alsook Pieter de Roose en de beide beulsknechten.

's Anderen daags kwamen de vrienden van Michielken, die verwittigd waren, bijeen bij Joost Lansaem in de Blauwe Gans, alwaar zij, als naar gewoonte en om hunne inzichten te verbergen, pinten op pinten dronken. Bij de slaapklok gingen zij henen en begaven zich, langs verschillende wegen, naar de Evergemsche baan. Zij waren zeventien in getal.

Plotseling begon de klok van de kerk wacharm te luiden, en riep de schelle stem van een knaapje in 't dorp: Wordt wakker, gij allen, die slaapt; de weerwolf is gevangen! Hoezee! God zij gedankt! sprak Uilenspiegel. Tonia, de moeder van Betkin, Lansaem, heur man, Judocus en Michiel, heure broeders, kwamen het eerst met hunne lanteernen. Hebt gij hem vast? vroegen zij.

En als zij 's avonds, onder 't zingen van vuile liedekens, van den Valk terugkeerden, werden ze gevolgd door twee beulsknechten, dronken als zij, en van top tot teen gewapend om hen te vergezelschappen. Uilenspiegel ging in de Blauwe Gans, bij Joost Lansaem, die achter zijnen toog stond.

Met klei maakte Uilenspiegel ook twee bloedige voeten. Boelkin, die van heur eersten schrik bekomen was, zei op plechtigen toon: Gezegend is hij, die den moordenaar zal vermoorden. Uilenspiegel nam het masker en de voeten en sprak: Nu moet ik iemand hebben, die mij wil helpen. Boelkin antwoordde: Ga naar de Blauwe Gans, bij Joost Lansaem van Ieperen, dewelke deze taveerne houdt.

Ziet maar, daar ligt hij op den weg, antwoordde Uilenspiegel. God zij gedankt! spraken zij. En zij maakten het teeken des kruises. Wie is daar aan 't luiden? vroeg Uilenspiegel. Lansaem antwoordde: Mijn oudste zoon; de jongste loopt het dorp rond, om de menschen op te kloppen en te roepen, dat de wolf gevangen is. Heil U! De assche klopt op mijn hert, antwoordde Uilenspiegel.

Uilenspiegel en Joost Lansaem gingen in eenen hoek zitten en, onder 't drinken, kwamen zij overeen, zonder gehoord te worden, dat Joost bij den parochiepaap zou gaan, die kwaad was op Spelle, den moordenaar van zoovele onschuldige slachtofferen. Daarna zou hij de vrienden gaan vinden.