United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij keeren naar ons toover-eiland terug, waar wij door het gezang der bayaderen worden verwelkomd; na het middagmaal begeven wij ons andermaal in onze booten en laten ons gedurende eenige uren door het meer roeien; de maan rijst boven de bergen en giet haar zilveren licht uit over de wit marmeren koepels van het paleis; de kabbelende wateren schijnen met diamanten bezaaid; de zwoele avondwind voert ons de welluidende tonen toe van het gezang der nautsjnis, die ons op eenigen afstand volgen.

Toen de verkenning afgeloopen was beval hij, dat er tegen het vallen van den avond drie bruggen over de rivier zouden gelegd worden. Daarop begaf hij zich naar zijn legerplaats, waar hij den geheelen dag nu eens in zijn tent, dan weer in een Poolsch huis doorbracht, machteloos neerliggend onder de zwoele, drukkende hitte en vergeefs naar rust zoekend.

Ja zelfs de maaiers hoort men, wanneer zij al maaiende zich in lange reien door de afgemaaide aren bewegen, in weerwil van den invloed der Zuid-Russische verzengende middaghitte, met stof, zonnegloed en zweet bedekt, toch, zeg ik, hoort men hen de zwoele lucht met liefelijke koorgezangen vervullen. Datzelfde doen met lust de arme, geplaagde soldaten gedurende hunne lange marschen.

Het waren de lampen der mijnwerkers, die vóór ons de mijn waren binnengegaan; het geluid hunner stemmen drong als een dof gemurmel tot ons door, voortgedragen door een zwoele lucht, die ons in het gelaat woei; die lucht had een geur, dien ik voor het eerst in mijn leven rook; hij was echter met iets aromatisch vermengd. Na de trap volgden de ladders en na de ladders een andere trap.

Om hen heen bloeiden de stamrozen en een zwoele wolk van geur hief zich uit de perken omhoog, op de avondkoelte. Daar ginds scheen Etienne dwaze grappen te verkoopen en de arme Lili te plagen, want zij hoorden Lili zich verdedigen en de anderen schaterden.

In de zwoele Augustusavonden dringen de jonge koninginnen van de mierenhoopen in ontelbare duizenden naar buiten om de mannetjes te ontmoeten en het roodachtig zonlicht is vol van het glinsterend leven van hun vleugels. Dit is "zwermen" in den waren zin.

En daar zag ik weer Papa, en Mama, en "Auntie" en ook Maud, doch nu in al hare verrukkelijke schoonheid, in baljapon en laag gedecolleteerd, als de prinses uit een sprookje. Ik werd er plotseling jaloersch van, wild-jaloersch omdat anderen vóór mij haar zoo hadden mogen zien en ik voelde 't heete bloed naar mijn wangen opgolven, terwijl een zwoele hartstochtsnevel vóór mijn oogen schemerde.

En ’t is, of ’t spattend schuim, den nacht besproeiend, Met bleeken glimp het zwoele duister splijt.... Daar knalt de donder, ’t donderen ten spijt Des stroom-vals, over kolk en afgrond loeiend En bij de schelle schicht, die ’t zwerk door-snijdt, Prijkt daar de waterval, in zilver gloeiend.

Ik mag die slanke handen zoetjes streelen, Als zwoele wind de blanke duiveveeren. ’t Zijn lelies, waar de schaduwen om spelen; Gekruifde golfjes, die de meeuwen scheren. Ik druk ze, en zal hun wederdruk niet weren, Ik wil, ik wil ze kus op kus ontstelen. Een warme handedruk zal ze niet deren, En deerde ze al, een handkus zou ze heelen.

Zelfs de bladeren der boomen schijnen in rust: zij neigen zich als verwelkt en hangen slap langs de takken, terwijl de orchideeën haar schitterende kelken openen om de zwoele luchtstroomen in te ademen, waaraan zij haar kleurenpracht danken.