Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Gewoonlijk hebben zij een glijdenden gang, plomp schuifelen zij met de geheele zool over den grond; soms echter loopen zij, als 't ware dansend, op de teenen, maar moeten dan van de vleugels gebruik maken om het evenwicht te bewaren, zoodat deze wijze van beweging eerder gebrekkig vliegen dan loopen kan heeten.
De loop is aan alle zijden en de teenen zijn tot aan de spits met korte, haarvormige veeren dicht begroeid. Er zijn slechts drie teenen aanwezig, daar de achterteen geheel ontbreekt; de voorteenen zijn sterk verbreed en over hun geheele lengte door een vlies verbonden, zoodat de voet van onderen gezien, een onverdeelde zool heeft, die met hoornachtige wratten bekleed is.
Hij kan zoomin springen als klimmen, maar alleen gaan en huppelen. Bij 't gaan zet hij nagenoeg de geheele zool op den grond, kromt den rug naar boven en draagt den staart benedenwaarts gericht. Af en toe wroet hij in den grond, of snuffelt rond om iets eetbaars te vinden.
Zij onderscheidt zich door de iets grootere lengte van den loop en de smalheid van de zool der teenen, waardoor de pooten beter voor het gaan op den grond geschikt zijn. De staart bestaat uit 12 pennen, is meestal recht afgesneden of afgerond, zelden zeer lang en trapvormig. De snavel is middelmatig lang, alleen aan de spits hoornachtig, aan den wortel echter zacht en met een washuid bedekt.
Van haar en de overige soorten van haar geslacht, welker hoogst ontwikkelde leden aan den eenen kant de Leeuw, aan den anderen de Tijger zijn, onderscheiden de Lossen zich door de kortheid van den staart, de lengte der pooten en het haarkwastje aan de lange ooren, de Geparden door de hoogte der pooten en de geringe terugtrekbaarheid der klauwen; de Fossa is kenbaar aan haar afwijkend gebit, haar onbehaarde zool, en andere eigenaardigheden, die ons dit merkwaardig dier doen kennen als een verren verwant van de Civetkatten, als een "oerkat", zoo men wil.
De zool van een sandaal kraakte, sinister, bijna, in deze somberte. Een man liep het park door, van af het paleis, hield stil voor het kleine huis van Crispina, tikte op de deur. De deur opende, op het atrium. Ben jij het, Crispinus? vroeg een vrouw. Ik ben het, antwoordde de man en ging de deur in, het atrium binnen. De deur sloot.
Die ladder schiep God alzoo; maar omdat Hij niet alle mensch even hoog plaatste, maar velen op de laagste sport doet leven, gaat dan ook heerlijk zijn barmhartigheid uit, om over die laagst geplaatsten te waken. Wie hooger op die ladder staat, doet zoo gaarne aan wie lager geplaatst wierd de zool van zijn schoeisel voelen; en dat nu wil God de Heere niet.
Zij knielde naast hem neder en drukte zacht hare lippen tegen de zool van zijn sandaal, hoe bestoven die ook was; zij kuste die nog eens en nog eens. Haar gansche ziel lag in die kussen. Daar bewoog hij zich weer en prevelde in zijn slaap: Moeder ... Amrah, waar is ... Het was bijna te veel voor de arme vrouw.
De hoogte bedraagt bij het mannetje van de zool tot de kruin gemeten, 165 a 190 cM, de schouderbreedte 95 cM. De wijfjes zijn kleiner. De lengte en sterkte van den romp en van de voorste ledematen, de ongeëvenredigd groote handen en voeten, welker middelste vingers en teenen van onderen door een vel vereenigd zijn, vormen de meest karakteristieke kenmerken van dit dier.
De kop is klein in verhouding tot het lichaam en loopt spits toe; de kleine oogen hebben een doordringenden blik; de ooren zijn kort en afgerond; de korte pooten hebben matig groote voeten en vijf bijna geheel met elkander vergroeide teenen, die vrij lange, zwak gekromde nagels dragen; van de zool zijn minstens de eeltballen onbehaard.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek