Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


De oude ridders en edelen fluisterden elkander hun klachten toe over het verval van den krijgshaftigen geest, spraken van de zegepralen in hunne jonge dagen behaald, en kwamen overeen, dat het land thans geene vrouwen van zoo uitstekende schoonheid opleverde, als die, welke de feesten van vorige tijden opgesierd hadden.

Een staatsman kwam hem koopen om een geschikt werktuig van hem te maken, een bankier wenschte ieder oogenblik zijn verstand aan zijn speculaties dienstbaar te maken, en hij nam alles aan, de eer verachtende en zich opdringende dat de heele zaak was sterk te zijn en eens te zegepralen. Daarop glimlachte hij. Hoe was het mogelijk zich te verkoopen?

En ook getuigen van de macht van het gehoor op de zinnelijkheid, de gemakkelijke zegepralen in de liefde van groote zangers en zangeressen, ook al zijn deze door de natuur stiefmoederlijk bedeeld met lichaamsschoon.

Zij gedijen niet in donkere schaduwen, en als het hart dood is, kunnen geen zegepralen, hoe schitterend ook, tegen het onherstelbaar verlies opwegen. Het arme meisje vermoedde niet dat Geoffrey, in de jaren, die komen zouden, gaarne al zijn roem en onderscheiding gegeven zou hebben voor één maand van haar dierbare, onvergetelijke tegenwoordigheid.

"Mooi, Dolle!" roepen de heeren uit éénen mond, en men spreekt af dat niemand zoo goed rijden kan als "de Dolle". Deze oogst zijne zegepralen in, met herhaald geknipoog tegen de wachtende staljongens. Een groot kwartier daarna: de paarden zijn aan de ruif, en Gerrit krijgt, met opgeslagen mouwen en op de midden aangevatte tang, een kooltjen uit den keukenhaard om zijn kort pijpjen op te steken.

Het kind groeide op met de eeuw; maar de vorming des eersten ligt in duister. Het is slechts aan de hand der verbeelding, dat men zich die zou kunnen voorstellen. Zoo zouden wij den knaap kunnen volgen, die naar de school gaat, en den schoolvorst zien met de plak, met knevel en ringkraag, en wiens Streng gelaat Hem doet ontzachlijk zegepralen,

Staat op, o zaad, 't is God die 't zegt, den winter en de dood bevecht: de zonnestralen verwachten al, met menigvoud geverwde pracht en levend goud, uw zegepralen. o Winden, waait om 't groene kind des lands, uw zacht-, uw zoetsten wind; o dauwrijk dagen des morgenstonds, o wolkenvloed, verleent het koorn, dat kenen doet, uw welbehagen.

De Kerels zullen zegepralen; Willem Van Loo zal graaf van Vlaanderen zijn; Robrecht, mijn vijand, zal de bruidegom van Dakerlia worden ... en ik, ik zal van nijd en wanhoop mij het hart opvreten ... Doemenis! mijn ontwerp was zoo goed berekend. Hadde ik hem slechts tot deelneming aan den moord van graaf Karel kunnen verleiden. Ik hadde wel gemaakt dat zijn hoofd de prijs wierde der misdaad.

Handhaving van orde en rust, en gehoorzaamheid aan de wetten des lands zijn toch de eerste pligten van den burger, zullen de algemeene vrijheid en welvaart worden bevorderd en blijven bestaan; doch waar deze worden geschonden, waar ieder zijne persoonlijke vrijheid en willekeur met geweld wil doen gelden, en waar alle middelen geoorloofd geacht worden, om zijne partij te doen zegepralen, daar moet de staat te gronde gaan.

Het beteekent, dat de Vlaamsche volkszaak, die wij verdedigen, niet op personen rust, maar eene onverdelgbare waarheid is. Het beteekent, dat zij zal vooruitgaan door de kracht alleen van haar grondbeginsel; dat zij zal zegepralen en eens haar edel doel zal bereiken, al spanden alle onvaderlandsche gevoelens te zamen om haar te verstikken!...

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek