United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zee om hen heen was nog stiller geworden en zoo lichtblauw, dat zij daarbij een bleekrooden tint verkreeg. "Gij zult kou vatten, lieve", mompelde mijnheer Chabre, wien de groote zweetdruppels van het gelaat vielen. "Ik zal het water uitkomen, beste", gaf zij ten antwoord. Zij deed dit inderdaad, en liep haastig met behulp van een ketting langs de hellende steenen van den zeebreker op.

Estella scheen daarentegen het schouwspel niet moede te worden, en vond er steeds grooter behagen in zich naar den zeebreker te begeven. Men moest dikwijls hard loopen. Zij sprong over de groote, losgewoelde steenen, en liet hare rokken, die zij met de eene hand vast hield om niet te vallen rondfladderen.

In Piriac had Estella juist de zee gevonden, waarvan zij hield. Zij had een afkeer van een hellend strand, dat men heel ver af moet loopen, aleer men het water tot aan het middel heeft. Gewikkeld in haar ochtendjapon van wit molton, liep zij tot aan het uiterste eindje van den zeebreker, liet daar het gewaad van de schouders glijden en sprong rustig de golven in.

Als werd hij door den stroom medegevoerd, dreef deze naar haar toe, en op het oogenblik dat zij zich omwendde om naar den zeebreker terug te keeren, had er eene blijkbaar geheel onverwachte ontmoeting plaats. "Maakt gij het goed, mevrouw?" vroeg de mijnheer beleefd. "Wel! zijt gij het mijnheer!" sprak Estella vroolijk.

Op zekeren morgen, drie dagen nadat het gezin zijn intrek te Piriac had genomen, sloeg mijnheer Chabre van den zeebreker af, die de kleine haven beschermt, rustig Estella gade, die juist bezig was te baden en op den rug dreef. Het was reeds zeer warm; en keurig gekleed in een zwarte jas, met een vilten hoed op het hoofd, had hij een parasol met groene voering opgestoken, om zich te beschermen.

"Ik zal hem toeroepen dat gij het zijt", sprak zij. En zoodra zij van den zeebreker af verstaan kon worden verhief zij de stem. "Weet gij beste, het is die mijnheer van Guérande, die zoo vriendelijk voor ons is geweest". "O! zeer goed, zeer goed", riep mijnheer Chabre op zijn beurt. Hij nam zijn hoed af en groette. "Is de zee naar uw zin, mijnheer!" vroeg hij beleefd.

"Uitstekend, mijnheer", antwoordde Hector. En het bad wordt voortgezet onder de oogen van den echtgenoot, die zich niet meer durfde beklagen. Aan het uiteinde van den zeebreker was het water heerlijk doorschijnend en kon men duidelijk tot op den bodem zien. Estella voelde zich verrukt door die heldere diepte.

Mijn man is er zoo mede ingenomen". "Die mijnheer, daar ginds geheel alleen op den zeebreker, is uw man niet waar?" vroeg Hector. Een andermaal bewaarde zij het stilzwijgen. Zij blikten de echtgenoot aan, die niet grooter dan een zwart insekt boven de zee uitstak.

Elken morgen ga ik, om mijn bad te nemen, van die punt tegenover het terras, af en zwem ik tot aan den zeebreker. Dan keer ik weer terug. Het is twee kilometer in het geheel en eene uitstekende beweging. Maar gij, mevrouw, zijt heel dapper. Nog nooit heb ik zulk een moedige vrouw gezien". "O!" antwoordde Estella, "ik heb al als een heel klein meisje rondgesparteld. Het water is met mij vertrouwd.

"Dus is het goed?" herhaalde hij, duizelig wordende in de hitte en zich door een onrustige slaperigheid op dien zeebreker aangegrepen voelende. Estella antwoordde niet, maar sloeg de armen om zich heen door het water en zwom als een poedel. Even vermetel als een jongen, baadde zij uren lang, wat haar man erg verveelde, want hij oordeelde het gepast haar in de nabijheid op te wachten.