United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zulk eene levensregeling is zoo heilzaam, dat men, na verloop van dien tyd, in plaats van een wandelend geraamte, een vet mensch vind, wiens huid gevult is, en zagt geworden, tot dat dezelve door geesselslagen, die hem een wreede eigenaar, of liever zyn schelmsche Opzigter, laat toedienen, op eene onmenschelyke wyze word van één gereten.

Juffrouw Buigzaam. Gy hebt recht om my dit te vragen; want, waarlyk, myne gewaarwording is zo duister! Ik beken, dat het een opvatting zyn kan. Hy heeft ook al vry veel met u, aan 't vengster staande, gesproken, en ook zeer zagt. Ik. Och, 't gewone praatje: que vous etes belle! que je vous adore! en zo, wat er meer volgt. Juffrouw Buigzaam. Engel van een Meisje! zie wel toe. Ik.

Mijn hoofdjen! ach! het doet zo zeer! Het schijnt van een gespleten; Geen hobbelpaard vermaakt mij meer; En schoon men vraagt, wat ik begeer Ik walg van 't lekkerste eeten. Al ligt geen kind zo zagt als ik, De rust is mij benomen. En slaap ik eens één oogenblik, Dan worde ik wakker met een schrik Door 't akelige droomen.

Deeze bladen zyn eirond, glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer korte steel.

Dat gy haar daar van nog geen kik gezegt hebt, smaakt my bestig. Hoor, gy zyt een hupsch jongman, en ik hoop, dat onze lieve Heer haar maar genoeg wysheid zal verlenen, om u haar hart, zo wel als haar mooi zagt regtehandje te geven: mits echter, dat myn Heer uw Vader haar die eer aandoet, waar op ydere brave jonge Juffrouw, in zo een geval, recht heeft.

Deeze bladen zyn eirond, glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer korte steel.

GRAVIN. Hy my verwyten myn gebreeken! JERONIMO. Een schreeuster. ORATYN. Zagt, myn Heer. GRAVIN. Een kakelaar. ORATYN. Hou, hou. JERONIMO. Die niet meêr pleiten durft. GRAVIN. Wat duivel raakt dat jou? Heb jy ’er nadeel by, zeg vent, schurk, schelm, verrader? JERONIMO. Goed, goed, de duivel een Steeboo, kom, kom. ORATYN. Niet nader. GRAVIN. Een Exploteur, kom, kom.

Nu zult gy eerst gaan ondervinden, hoe gelukkig men is, als men de beminde Vader is van brave kinderen. Hy. Ik heb meer voor myne kinderen gedaan dan duizend Vaders doen; ik heb nagt en dag gewerkt voor hen, ik gaf altyd in de ruimte.... Ik. Na nog wat pratens ging Marten Neef heen, zo wel gehumeurt, en zo zagt, als hy zeker nog nooit, zedert hy alleen gaan kon, geweest is!

Edeling is uit de stad. Myn Voogd, merk ik, zou my graag met hem getrouwt zien; en myne Mama Buigzaam meent, dat zyn voorstel myne ernstige overweging verdient, en hoopt, dat ik, ten zynen opzichte, een gunstig besluit nemen zal. Myn hart slaapt nog in rozen; meer kan ik u niet zeggen. Of ik my ooit het Huislyk leven in zulk een zagt licht heb voorgestelt, als Smit het u afmaalt? Nooit anders!

Zulk eene levensregeling is zoo heilzaam, dat men, na verloop van dien tyd, in plaats van een wandelend geraamte, een vet mensch vind, wiens huid gevult is, en zagt geworden, tot dat dezelve door geesselslagen, die hem een wreede eigenaar, of liever zyn schelmsche Opzigter, laat toedienen, op eene onmenschelyke wyze word van één gereten.