United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


En op die wijze treffen wij eene zoodanige trapsgewijze wording, hoedanige in de natuur wordt waargenomen, overal in het leven aan, in de jeugd en in den ouderdom; en het zou daarom eene groote dwaasheid zijn, indien wij van het zaadje, dat zich naauwelijks begint te ontwikkelen, dadelijk reeds bloesem gingen begeeren.

En in Februari, Maart, April komt ook nog de "Kaor," de overstelpende massa van zeewormen, waar de heele baai wit van ziet, en die men maar voor het opscheppen heeft. Wat water om het steenharde sagobrood in te weeken, of anders wat sagomeel tot een stijfselachtige pap gekookt, een zaadje Spaansche peper, een ui en eenige druppels citroensap bij de visch: en het smakelijk maal is gereed.

Terwijl zij dit doen, zijn zij met hun snavel voortdurend bezig, nemen hier een zaadje, daar een wormpje, ginds een bes op; want de Alpen-bastaardnachtegaal lust nagenoeg alles wat niet te hard is of er niet al te weerbaar uitziet.

Bedenk nu niet de analogie met andere gevallen van gelijken aard: bedenk het Algemeene, den groei; de verbandstelling tusschen het nietig ovaalvormig zaadje, dat gij nederwierpt èn deze schoone volle plant; er is niet één overeenkomst; het is even wonderlijk als dat een krokodil een eikeboom werd of een paddestoel veranderde in een mensch.

Van den H. Martinus weet het volk ook dit te verhalen, dat hij eens in zijn getijdenboek een zaadje vond; hij borg het zorgvuldig in de aarde, en uit het zaadje ontkiemde de boekweit. Zie vooral Is. Teirlinck, Plantenkultus, in de Vlaamsche Kunstbode 1904 enz. Ook het Montferland heeft wel eens aanleiding gegeven tot volksetymologische natuurverklaring.

Was het een zandkorreltje, een gepluisd zaadje, een scheutje, een lobje; een knopje, een drieblaadje, een onkruidje; het eitje van een mier, een larfje, een popje, een rupsje, een motje? Was het 'n air-sprietje, een varentje, een paddestoel, gras? 't Spiraalhorentje van een slak, een gehaft insekt, een goud-haantje?

Het beginsel van vertrouwen en onvoorwaardelijk geloof, dat den grondslag daarvan uitmaakt, is meer een natuurlijk element voor dit geslacht, dan voor eenig ander; en dikwijls heeft men onder negers bevonden dat een verdwaald zaadje waarheid, door den wind van het toeval in de onkundige harten gevoerd, opgegroeid is en vruchten heeft gedragen, welker overvloed die van meer zorgvuldige kweeking beschaamde.

Neen! ik had het nooit moeten doen. Welke goede jongens zij ook waren, hoe verlokkend hun omgang, hoe belangrijk hun verkeer, hoe innemend hun manieren, hoe met mijn smaak overeenkomstig hun smaak ook zijn mochten, ik had hen op een afstand moeten houden; ik had mijn hart beter moeten bewaken; ik had, zoodra, ik een enkel zaadje van vriendschap voelde kiemen, het moeten onderdrukken en tegen mijn gevoel te velde trekken, zoo als een verstandige molenaarsdochter doen zou, wanneer zij bemerkte dat zij bij ongeluk op een prins of een bisschop verliefd geraakte.

De koraalrotsen waren vermoedelijk door stormen vruchtbaar gemaakt. Eens is zeker een zaadje door een orkaan van naburige eilanden op deze kalkrotsen overgewaaid, waarop verrotte visschen en zeeplanten vruchtbare aarde hadden gevormd.