Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Welk een inderdaad zotte en der Zotheid zelve waardige aanhaling" zeggen zij. "De apostel bedoelt geheel iets anders dan waarvan gij droomt. En alhoewel hij wenschte, dat zij dit als waar erkenden, heeft hij de dwaasheid als voorwendsel gebezigd om te zorgen, dat dit gezegde niet als te aanmatigend hun ooren zou kwetsen.
Den glans benomen van uw heerlijkheid geprezen; Wij hebben nimmermeer voor Isis onbezield, De Egypter afgodin, devotelijk geknield; Wij kennen Osiris niet met een blinde zotheid Voor iets byzonders, of een drievuldige Godheid.
Ten koste van zooveel nachtwaken, zooveel zweet hebben de inderdaad groote zotten gemeend zich een zekeren naam, de ijdelste van alle bezittingen, te moeten koopen. Maar gij hebt intusschen aan de Zotheid reeds zooveel uitstekende voorrechten in 't leven te danken en, wat zeker verreweg het aangenaamst is, gij smaakt de vruchten van de dolheid van anderen.
Immers, wanneer zij de zaak naar behooren overwegen, dan moeten zij juist hiervoor der Zotheid dank weten, dat men haar vrij eenstemmig voor gelukkiger houdt dan de mannen. In de eerste plaats is daarvan de reden haar bevallig uiterlijk, dat zij terecht boven alles ter wereld stellen en dat haar helpt om tyrannen zelfs te tyranniseeren.
Haar namen zult gij, als het uw verlangen is die te leeren kennen, van mij alleen in het Grieksch hooren. Haar gevolg. Met de getrouwe hulp dezer schaar van dienaars onderwerp ik de geheele wereld aan mijn macht en heersch ik zelfs over de machtigste heerschers. De Zotheid de bron van alle leven en levensgenot.
De Zotheid maakt aanspraak op den lof van verstand. Nu ik mij alzoo den lof van dapperheid en ijver heb toegeëigend, durf ik ook aanspraak maken op dien van verstand. Maar, zal iemand zeggen, dan kunt ge ook in ééne moeite vuur bij water voegen.
"Dat is een dwaasheid, een zotheid en een kwaadaardigheid," antwoordde Z. H. en haalde de schouders op; "ze is in de wereld gebracht door menschen, die mij willen benadeelen bij den sultan." "Maar laat ons dan de quaestie omkeeren.
Het gaat hun als sommigen menschen, die zoo lastig en prikkelbaar zijn, dat de grootste verwijdering te verkiezen is boven vriendschappelijken omgang. Maar niemand, werpt men mij tegen, offert aan de Zotheid of sticht haar een tempel. Nu, deze ondankbaarheid, zooals ik reeds opgemerkt heb, verbaast mij wel eenigszins.
Nergens geeft Erasmus duidelijk aan, wat hij eigenlijk onder "zotheid" verstaat, hetgeen het lezen van dit geschriftje niet gemakkelijker maakt. Hij laat zelfs aan zijn vernuftspel zóóver den teugel vrij, dat wij er niet anders in kunnen zien dan een zondigen tegen den goeden smaak.
Het moge, volgens hen, zoo zot mogelijk zijn zij moeten toegeven, dat het betamelijk is. Want wat is gepaster dan dat de Zotheid zelf de loftrompet over zichzelf steekt? Niemand kan immers een sprekender beeld van mij geven dan ik zelf of ik moest soms aan een ander beter bekend zijn dan aan mij zelf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek