Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Toen, in den droom, werd Gwinebant treurig, maar hij dorst, om Ysabele's reine onwetendheid niet te verrassen, haar niet zeggen, dat hij harde veel pijn en verdrietelijkheden zoude hebben, zoo de zoete jonkvrouw met den ouden Koning Clarioen zoude huwen.
Zoet kleindochterlijn, zeide Assentijn een weinig verstoord, terwijl Ysabele's hoofdje zich streelde tegen den watten, witten baard van den Koning; wees des gewes: uw huwelijk zal eene zake zijn van groote internatie-lijke politiek en ik en waag dat zoo niet voetstoots beslissen maar... zelfs zoo gij geen Koning en huwt, mijne roze, zult gij wel eenmaal koninginne wezen over Endi als ik ter eeuwige ruste ben: zoo wees zonder zorg en gaan wij ter ruste... En praten wij morgen daar nog wel van...
Hij redde eens Ysabele's hondje, dat in een der grachten gevallen was en sprong in het water het reeds verdrinkende keffertje met levensgevaar te grijpen: het was hem bijna ondoenlijk de gracht weêr uit te komen.
En geen ridder was zoo hoofsch als Gawein: al wist hij niet te zeggen de dingen als de woordenrijke vinders doen, hij wist te doen de dingen der courtoisië, die een ridder doet voor de vrouwe zijner keuze. Hij liep een middag Ysabele's valk na, die was weg gevlogen.... Tot hij den vogel eindelijk vond, moede des vluchtens, in het struweel.
Zoodat veel hoop Gawein werd gelaten en hij zoo gelukkig leefde aan Ysabele's zijde als hij nooit geleefd had naast wie hij ook had bemind, lace, zelfs niet ter zijde van de eerste Ysabele, dezer tweede Ysabele moeie en dochter Koning Assentijns.
En weder dooven... Als van sluipende demonen...... Het was of hij engelen, heel zacht, vigeliën hoorde zingen voor de vele dooden... En hij wist niet meer of hij gelukkig was of ongelukkig, omdat hij Ysabele's blik benijdde naar Gwinebant, den welschoonen knape, van wien hij ijverzuchtig werd...
En op den drempel was Gwinebant verschenen, gesteund door de artsenij-meesteren. Genezen was hij nog niet, maar toen hij ontwaakt was, na eersten tooverslaap en gehoord had, dat Gawein stierf, was hij van het tooverbedde gerezen... En daar stond hij, op den drempel der poort...... En hoorde Ysabele's woord, dat zij herhaalde: Ik heb u, Gawein, immer liever gehad... dan Gwinebant!
Maar wel zilverige wieken als van waterjofferen en van libellen: sylfewieken... Ook Ysabele's kemenade was vol van dien zelfden vreemden zilverschemer en schijn, dien Gawein, naar buiten starende, zag wemelen uit den hemel.... En Ysabele, op haar kuische bed, wendde zich zachtekens om, met een gebaar als omhelsde zij een, die naast haar lag op de leêge plaats.... En zij droomde van Gwinebant....
Gwinebant antwoordde niet; hij wist, voor zich, dat Merlijn, al bleef onzichtbaar de toovenaar, hem iedere nacht, o zaligheid, deed droomen van schoone Ysabele, in zoete vië en amoreuselijk samenzijn en hij vroeg zich af, de schoone knaap, of Merlijn die droomen ook zocht te doen weven volgens draadlooze theorië...? Maar hij vroeg niets aan Lancelot en genoot liever zwijgend de herinnering van den laatsten droom: Ysabele's armen om zijn blonde hoofd, Ysabele's mond op zijn mond.
Wel, zoo hij, Gawein, nu zoete Ysabele's gemaal ooit werd Koning Assentijn kòn hare hand niet weigeren den valianten bevrijder van Endi zoû hij, Gawein, dan dulden, dat zij Gwinebant tot ridder er bij koos?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek