Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


Ik was hem al zoo dikwijls lastig gevallen, dat ik ~schroomde~ alweder zijn hulp in te roepen. ~Weifelen~ duidt aan, dat men niet tot een besluit kan komen, doordat men geen wilskracht, geen doortastendheid bezit. Door zijn ~weifelen~ in het beslissende oogenblik is de onderneming mislukt.

Zijn dit dus de afstammelingen van de beroemde hollandsche zeelieden, die oudtijds de wereld vervulden met den klank van hunne heldendaden, toen zij den bezem voerden in den mast, om de zee schoon te vegen, en die de vloten van Frankrijk en van Engeland konden weerstaan? Mijn God, ja ze zijn het wel, en hun schijnbare apathie verbergt waarschijnlijk een verrassende wilskracht.

Hij vond het nu jammer, dat hij tien jaar te lang geleefd had. De wetenschap, die hij in het leven had gekregen, al stijgende tot rijkdom en macht, leek hem klein en nietig toe. Waartoe had hij zooveel wilskracht vermorst, waartoe zooveel kracht verspild, daar de wil en de kracht toch niet alles beteekenden? Een hartstocht was voldoende geweest hem ten onder te brengen.

In de hersenen; ik hou zeeziekte voor 'n lichte hersenaandoening en daarom geloof ik dat afleiding, wilskracht, niet ziek willen wezen, er nog 't beste voor helpt. Zullen we eens wedden dat de meeste passagiers, die nu voor mirakel liggen, van avond alles vergeten en zoo lekker als kip zijn? 'k Wou dat je waarheid sprak, dokter.

Ontzettend wijd, als zonder horizont, golfde in éene seconde het perspectief van angst voor hem uit, het verschiet van armoede, eene naakte woestijn, waarin hij verdwalen zoû, van honger omkomen ... En in zijne wanhoop om dat verschiet te ontloopen, voelde hij voor het oogenblik al de veeren zijner verslapte wilskracht zich spannen, tot springens toe ...

Zij zag hem een oogenblik onderzoekend aan, overleggende wat zij doen zou, misschien ook om zijn wilskracht te beproeven, en zeide toen koeltjes: Gij kunt vertrekken. Ga! Vrede zij u, antwoordde hij, en ging naar de deur. Toen hij er vlak bij was, riep zij hem terug. Nog één woord. Hij bleef staan, en zag om. Bedenk dat ik alles van u weet. Waarin bestaat dat alles? vraagde hij terugkomende.

Het kleine, tengere vrouwtje zij reikte niet hooger dan mijn schouders dribbelde op haar mismaakte klompvoetjes zoo grappig voort, uit hare oogen straalde echter zooveel energie, wilskracht en verstand, dat ik mij niets verbaasde, toen ik vernam, dat zij een vurige spreekster in meetings was en prachtige courantenartikelen schreef.

Zij gevoelde zich eerst zoo zwak, zóó zwak ... Het was zoo iets vreeselijks ... het was weêr die modder, zoo vies ... Maar zij vermande zich; zij richtte zich op in hare mooie wilskracht, die eene stevigheid gaf aan het kinderlijke dwepende en kuisch vrouwelijke van haar karakter, als een forsch gedanen achtergrond, waartegen veel zachts en teeders uitblinkt.

In hare laatste woorden was een tintje van coquetterie, dat haar, nu zij gesproken had, ergerde. U sprak zooeven van energie, van wilskracht, hernam zij. En u geloofde dat, wanneer men ziek is, het te vergeven is, wanneer men geen energie en werkkracht heeft. Natuurlijk. Wat bedoelt u? Hij had iets doortastends, iets alsof hij steeds recht op zijn doel afging, en dit bracht haar in verwarring.

Zoolang er leven was, was er hoop en zulk eene lafheid mocht een ridder van koning Arthur slechts in den uitersten nood begaan. Al zijne wilskracht bijeenrapend, vervolgde hij zijne reis en alsof de natuur hem beloonen wilde voor zijn moed, kwamen er nu dagen van zonneschijn en frissche, wintersche kou.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek