Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
De oogen der Koningin begonnen te fonkelen, en misnoegd riep zij uit: »Zooeven zag ik den knaap als van demonen bezeten. Hij wilde het verband van zijn wond rukken, indien men hem de vrouw, die bij beminde, niet gunde. Het ligt voor de hand aan een tooverdrank te denken, en zijn gouverneur wijt natuurlijk alles aan magische kunsten.
Slechts één schuilhoek was den stakker overgebleven, waarin hij de armen vrij mogt hebben; slechts één publiek, waartoe het hem vergund was te spreken, in den schilderijen tongval onzer oude kluchtspelen: zoo "de Spectator" nog leeft, hij wijt het dank aan het beluisteren van de lippen des volks.
De oorlog is uitgebroken: en dat het zoo ver gekomen is, wijt het in de eerste plaats aan die regeeringen, die de teekenen der tijden, het zoo verpletterend duidelijke Mene Mene, opzettelijk miskennende, iedere afdoende daad, elk krachtig optreden van het beschaafd Europa stelselmatig hebben belet, en voortdurend zich tevreden gesteld met woorden en nog eens woorden, als konden woorden de geduchte, vreeselijke werkelijkheid bezweeren en omscheppen naar willekeur!
Vloek' verwaten Zich-zelf' en U, en dwing' zijn boezem zich tot haten, Die in 't aanvallig kind zich-zelven niet herteelt, Geen hemel aanblikt in den aanblik van zijn beeld! Ik kan niet langer.... niet verstokt zijn, Uw genade Niet trotsen; neen, mijn God! Ik heb en kroost en gade; ô! Wijt hun 't misdrijf niet van vader en gemaal! Straf, straf me, ach! niet in die in wie ik ademhaal!
Als er ketterij in deze onwillekeurige uitwijding steekt, zoo wijt haar aan het boeksken van professor Geel, over: "Het proza" en vlei u met mij, dat hij de gedachten, er in aangegeven, uitvoeriger ontwikkelen zal. Ik loop, tot dien prijs, gaarne de kans zijner heusche teregtwijzing.
Gij hebt willen volharden bij uwe miskenning! gij hebt onverzoenlijk willen zijn; gij zijt het nóg; zoo wijt de gevolgen van het onheil dat gij hebt aangericht niet aan anderen, niet aan mij, die u nòg toeroept: het is niet onherstelbaar."
"'k Heb hum de nakke umdreid". "Verrek um mie, nö heb 'k genog van dien leugens: het rookt die boven de kop!" "Wolt 't nich leuven jong, zegt Pijter terwiel he Geert in de knij knip, "'t is echt waor. Jong, Aoldienmeu, hei je d'r nog 'n kopk'n in, dan keer 'k nich um." "Jewol, jong, vertel man op." "Te wijt wol baos, dat ik vrouher dijnd heb bie Brug Engel.
C. Wijbenga, Secretaris van Franekeradeel te Franeker. J. Wijma Jzn. te Leeuwarden. M. Wijt & Zn. Boekhandelaars te Rotterdam. Dr. N. Ypeij, Lid van den Raad der stad Leeuwarden. S. Ypeij, Jur. Student te Groningen. J. H. van IJssel, V. D. M. te Hempens, voor het Leesgezelschap. Jan S. IJzenbeek, Koopman te Harlingen. A. K. Zandstra, Landbouwer te Langweer. D. H. Zandstra, Landbouwer te Langweer.
Reinout zuchtte: "Wijt die euveldaad" zeide hij, "aan gekrenkte spijt wegens slecht beloond vertrouwen, aan een opwelling van onbedachten toorn: aan het Italiaansche bloed, dat mij door de aderen vloeit.... misschien ook aan het Friesche... want naar ik bemerk, men ziet er hier te lande ook niet veel kwaad in, elkander het staal in 't hart te jagen: in allen gevalle, Deodaat leeft nog: en gewis, zijn hart heeft mij vergeven.
"Mijn schuld?" vroeg de oude verwonderd. "Dat vat ik niet. Gij moet mij niet kwalijk nemen, sir! maar mag ik dan ook weten waarom gij dat aan mij wijt?" "O, zeer zeker. Wie heeft dien tramp onderzocht, die later weer levend geworden is?" "Dat heb ik, natuurlijk." "En gij hebt hem voor dood gehouden! Hoe is het mogelijk, dat zoo iets overkomen kan aan zulk een ervaren rafter en jager als gij zijt!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek